Als hoogleraren zich vergrijpen dan zwijgen de universiteiten

Hoogleraar Tim de Zeeuw (Universiteit Leiden) en de Vlaamse hoogleraar Filip D. (KU Leuven) konden jarenlang hun gang gaan. Universiteiten namen de klachten tegen hen niet serieus en beide academici zijn nog altijd niet ontslagen. De Vlaamse woede is alleen een stuk groter. De Vlaamse minister houdt namelijk subsidies in totdat er meer duidelijkheid komt. Dat meldt ScienceGuide. 

Al sinds 2010 kwamen er klachten binnen over Filip D. Binnen zijn eigen faculteit zou al sinds 2016 bekend zijn dat hij een studente had verkracht. Het rectoraat van de KU Leuven zou al sinds 2018 van de zaak weten. Het ingrijpen van de universiteit ging niet verder dan een contactverbod met studenten.

Maatregelen 

Het bestuur van de Universiteit in Leiden zal dit verhaal bekend in de oren klinken. De maatregelen tegen hoogleraar Tim de Zeeuw waren overigens vrij effectief en een vrijstelling voor veel andere taken, maar de maatregelen zijn, net zoals bij Filip D., ook zeer begrensd. D. mocht in mei van dit jaar nog certificaten uitdelen aan docenten en studenten van Fontys Hogescholen. In december zou hij nog spreken op een symposium van de Radboud Universiteit, maar de organisatie heeft D. inmiddels van de sprekerslijst gehaald.

Meldpunten 

Het gebrek aan actie tegen D. komt mede omdat er geen nieuwe meldingen binnenkwamen. Na de eerste klachten ging de ombudsman in gesprek met de hoogleraar en daarna bleef  het stil. Maar, wachten op klachten is geen effectieve strategie. Dat zegt Dounia Bourabain in De Standaard. “Die meldpunten zijn kerkhoven waar klachten een stille dood sterven. Als slachtoffers beslissen om een melding te maken, dan is het vaak niet duidelijk wat er nadien mee gebeurt.” Melders werden ook vaak eerst afgewimpeld. 

Bourabain ziet de organisatorische structuur van de universiteit als een factor die de echte aanpak van de problematiek in de weg staat. Promovendi zijn sterk afhankelijk van hun promotor. “Ze hebben vaak een een-op-een relatie, de begeleidingscommissie komt er heel weinig tussen.”

Campagne voor inclusie en diversiteit 

De campagnes voor inclusie en diversiteit zorgen sneller voor een rookgordijn dan voor een effectieve aanpak. Volgens Bourabain zijn het ‘vrolijke marketinginstrumenten’ geworden. “De mensen waarvoor de campagne eigenlijk is merken er te weinig van. Mijn respondenten gaven net aan dat het zogenaamde gelijkheidsklimaat het racisme en seksisme in hun werkomgeving legitimeert en in stand houdt.”

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk