Normal_studentenkamer__studentenhuis__student__hbo__wo__huurprijs

Sinds de invoering van het sociaal leenstelsel in 2015 gaan hbo- en wo-studenten minder op kamers. Er zijn geen aanwijzingen dat studeren en op kamers gaan sinds de invoering van het leenstelsel afhankelijker is geworden van de welvaart van de ouders. Dat meldt het CBS op basis van onderzoek naar de invloed van het sociaal leenstelsel en ouderlijke welvaart op de trend in studie- en woonbeslissingen.

Tot 2014 was het percentage hbo- en wo-studenten dat uit huis ging binnen zestien maanden na de start van de studie stabiel rond 61 procent onder wo-studenten en 23 procent onder hbo-studenten. Na de invoering van het sociaal leenstelsel in 2015 is het percentage studenten dat op kamers gaat sterk gedaald, tot 45 procent van de wo-studenten en tot 14 procent van de hbo-studenten. 
 
Tot 2010 was het percentage hbo-studenten dat uit huis ging het hoogst in de laagste welvaartsgroep. Vanaf 2010 gaan hbo-studenten uit gezinnen uit de hoogste welvaartsgroep het vaakst op kamers wonen. Ook bij wo-studenten is het percentage studenten dat uit huis ging het hoogst in de hoogste welvaartsgroep. Na de invoering van het sociaal leenstelsel was de daling in uit-huis-gaan het sterkst voor de groepen waar uit-huis-gaan het meeste voorkwam. Daarmee zijn de verschillen tussen de groepen kleiner geworden 
 
Dat minder studenten op kamers gaan is ook te zien aan het aantal jongeren dat in studentensteden gaat wonen. In 2015 is het aantal 17- tot 21-jarigen dat zich in universiteitssteden vestigt met 14 procent gedaald. Deze daling is met name sterk in steden met een relatief jonge bevolking zoals Groningen, Amsterdam en Utrecht. 
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids