Normal_college__studenten__studeren__collegezaal__studie

Bij het doorlopen van een selectieprocedure voor een opleiding hebben studenten met een migratieachtergrond en functiebeperking minder kans op toelating. Daarnaast blijkt dat scholieren die naar de universiteit willen minder kans hebben om toegelaten te worden als hun ouders zelf niet gestudeerd hebben. Dat schreef demissionair minister Bussemaker van Onderwijs afgelopen week in een brief aan de Tweede Kamer. Studentenorganisaties Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) maken zich zorgen om de gevolgen van selectie voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Dit meldt LSVb.

LSVb-voorzitter Tariq Sewbaransingh: “Het is oneerlijk en onterecht dat studenten vanwege bepaalde achtergrondkenmerken minder kans maken binnen selectieprocedures. Selectie is bedoeld om studenten niet enkel op cijfers te beoordelen, maar op deze manier heeft het averechtse effecten”

Onderzoek van ResearchNed laat zien dat studenten met een functiebeperking meer twijfelen aan hun kans op studiesucces en de zwaarte van de selectieprocedure. Zij ervaren dat er in de selectieprocedure te weinig rekening wordt gehouden met hun beperking. Ook scholieren met een migratieachtergrond zijn bij zowel een hbo- als een wo-opleiding minder kansrijk.

De LSVb en het ISO vinden dit een zorgelijke ontwikkeling en pleiten er daarom voor alleen selectie in te voeren als een opleiding met capaciteitsproblemen kampt. Mocht er tóch selectie plaatsvinden, dan moet iedere student een gelijke kans hebben om toegelaten te worden, ongeacht zijn afkomst of andere sociaal-culturele of sociaaleconomische kenmerken.

Uit onderzoek van de Inspectie voor het Onderwijs blijkt daarnaast dat er de afgelopen jaren ook meer masters selectief zijn geworden. Er zijn grote verschillen tussen universiteiten en verschillende sectoren. Zo is bijvoorbeeld 91 procent van de masteropleidingen van de Universiteit Utrecht selectief. Een taskforce van de samenwerkende universiteiten (VSNU) gaat onderzoeken hoe de toegankelijkheid van masters gewaarborgd kan blijven.

De studentenorganisaties vinden het van groot belang dat er op de korte termijn actie wordt ondernomen en hebben daarom duidelijke prioriteiten meegegeven aan de taskforce. Zo vinden de LSVb en het ISO dat er snel afspraken moeten komen over de definitie van selectie en over de selectiemethodes die worden gebruikt.

Uit het onderzoek van de Inspectie voor het Onderwijs blijkt ook dat de voorlichting over selectie en selectie-eisen vaak te wensen overlaat. De LSVb en het ISO zijn hiervan geschrokken en roepen de universiteiten op om hier snel werk van te maken van. ISO-voorzitter Rhea van der Dong: “Universiteiten hebben de verantwoordelijkheid om te zorgen voor goede informatievoorziening rondom selectie. Het onderzoek van de Onderwijsinspectie laat zien dat dit nu nog te wensen overlaat, terwijl een betrouwbare en volledige informatievoorziening cruciaal is voor gelijke kansen. Werk aan de winkel voor universiteiten dus.”

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids