Normal_diederik_stapel__hoogleraar_

AMSTERDAM (Novum) - De frauderende hoogleraar Diederik Stapel kon jarenlang onopgemerkt zijn gang gaan omdat hij niet werd tegengesproken door collega's. Op de drie universiteiten waar hij actief was ontbrak het aan een kritische wetenschappelijke cultuur. Dat zei Pim Levelt, voorzitter van de commissie-Levelt, woensdag bij de presentatie van het eindrapport over de grote fraudezaak rond Stapel.

De commissie-Levelt nam de afgelopen maanden samen met de commissies-Noort en -Drenth al het werk van Stapel onder de loep. In totaal is in 55 gevallen sprake van fraude. In elf andere onderzoeken zijn sterke aanwijzingen van fraude gevonden. Nog eens tien promotieonderzoeken, die door Stapel werden begeleid, zijn 'besmet'. De fraude is over een periode van vijftien jaar gepleegd.

Volgens Levelt heeft de wetenschap 'van hoog tot laag' gefaald. Hij sprak van 'slodderwetenschap'. "Geen wonder dat het zo lang duurde." In totaal zijn zeventig coauteurs bij de zaken betrokken, van wie 32 bij frauduleuze onderzoeken. Hen treft geen blaam, zeggen de onderzoekers. In geen van de gevallen was sprake van opzet of schuld.

De commissies spreken verder van 'een cultuur waarin vaak op slordige, selectieve en niet-kritische wijze met onderzoek en data werd omgegaan'. Er was 'van laag tot hoog sprake van een algemene veronachtzaming van fundamentele wetenschappelijke standaarden en methodologische eisen.' Behalve vakgenoten zijn ook bijvoorbeeld eindredacteuren en reviewers van tijdschriften niet kritisch genoeg geweest.

De data en uitkomsten van de onderzoeken waren in vele opzichten te mooi om waar te zijn. De onderzoekshypothesen werden vrijwel altijd bevestigd. "Duidelijk zichtbaar onmogelijke uitkomsten werden niet opgemerkt", aldus de commissies, die de gang van zaken omschrijven als 'bijna onvoorstelbaar'.

Over de posities van de bestuurders, decanen en andere betrokkenen op de universiteiten willen de rectores magnifici niets zeggen. "Of er koppen moeten rollen, daar laat ik me niet over uit", zei Philip Eijlander van de Universiteit Tilburg. Hij zei dat het vooral heel belangrijk is dat iedereen nu veel kritischer en scherper moet zijn.

De rectores magnifici van de betrokken universiteiten dankten de onderzoekscommissies na afloop van de presentatie en lieten weten geschokt te zijn. Eijlander zei dat velen zich dit mogen aanrekenen, onder wie collega's, coauteurs en redacties. Volgens hem is het belangrijk dat dit is blootgelegd.