
Het leerlingenvervoer schiet al jaren tekort. Kinderen met een beperking, ziekte of gedragsproblemen komen te laat op school, zitten uren in de bus of worden soms helemaal niet opgehaald. Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer stelt het probleem al sinds 2019 aan de kaak, maar er zijn sindsdien maar weinig verbeteringen doorgevoerd. Kun je als ouder is doen bij misstanden? Dit meldt Radar.
Gemeenten beslissen of een kind recht heeft op vervoer. Kinderen met een ziekte, beperking of gedragsproblematiek die niet zelfstandig kunnen reizen, maken hier veelal aanspraak op. Daarna regelen de gemeenten het transport via externe vervoerders. Maar die kampen met chronische chauffeurstekorten. Routes vallen uit, reistijden lopen op en ouders blijven in onzekerheid achter, want ze zien hun kind niet thuiskomen.
Door het chauffeurstekort combineren vervoerders steeds meer routes. Hierdoor nemen de reistijden echter toe: soms ruim een uur voor enkel de heenweg. Dat is zwaar, zeker voor kwetsbare kinderen die al veel prikkels te verwerken krijgen.
Behoefte kind nog altijd niet leidend
Gemeenten zijn de eerste verantwoordelijke partij om op de problemen aan te spreken. Maar ouders die dat doen, lopen vaak tegen een muur aan. Hoewel meldingen wel worden doorgegeven aan vervoerders, zijn er beperkte (juridische) middelen om er iets aan te doen. Helaas is gemeentelijk beleid nog altijd leidend en niet de behoefte van het kind, constateert Kalverboer opnieuw. Het ministerie van Onderwijs heeft inmiddels een brief van haar ontvangen, waarin zij de problemen wederom aan de kaak stelt.
Door: Nationale Onderwijsgids / Johanne Levinsky