Maatschappelijke alliantie: Onderwijs kan herstelplan Slob niet alleen aan

Op 17 februari presenteerden demissionair ministers Arie Slob en Ingrid van Engelshoven het Nationaal Programma Onderwijs. Het programma moet de tijdens de lockdown opgelopen onderwijsachterstanden van kinderen en jongeren inlopen. Er worden forse bedragen vrijgemaakt voor plannen van scholen voor meer begeleiding en ondersteuning. Een samenwerkingsverband van vijf maatschappelijke organisaties actief in het onderwijs vinden de plannen van Slob en Van Engelshoven onvoldoende en schreven een brief aan minister Slob. Dit meldt Stichting Move.

“Deze lappendeken van maatregelen biedt geen structurele oplossing voor het onderliggend probleem: de groeiende kansenongelijkheid bij jongeren.”, aldus Michiel Bodt, directeur van stichting Move. Kansenongelijkheid kan alleen verminderen als we verder kijken dan het klaslokaal: onderwijs, maatschappelijke initiatieven en overheid kunnen gezamenlijk zorgen dat kinderen en jongeren in Nederland meer gelijke kansen krijgen.
 

Kansengelijkheid is meer dan achterstand op taal en rekenen

De alliantie, waarin Stichting Move, Nederlands Debat Instituut, Jong Ondernemen, JINC en Stichting Petje af, maakt zich er hard voor dat kansengelijkheid breder wordt opgevat dan het cognitieve aanbod op scholen. Michiel Bodt: “Voor echte kansengelijkheid is het belangrijk dat kinderen toegang hebben tot het sociaal kapitaal van mentoren, rolmodellen en netwerken. Maar ook dat kinderen zich bewust worden van hun eigen talenten en interesses en weten hoe ze die in moeten zetten. Samen met vijf organisaties pleiten we ervoor om niet alle verantwoordelijkheid bij de scholen neer te leggen, maar zorgen dat zij een duidelijk aanbod krijgen van extracurriculaire onderwijsprogramma’s die scholen kunnen ontlasten én zorgen voor meer kansengelijkheid. Het ministerie van OCW zou dit meer moeten faciliteren dan nu gebeurt in het nationaal programma. Zo worden scholen echt ontzorgd in plaats dat scholen nu zelf allemaal plannen moeten schrijven.”
 
Door: Nationale Onderwijsgids