Wat zijn de risico’s en de kansen van afstandsonderwijs?

De Inspectie van het Onderwijs heeft in samenwerking met de universiteit Maastricht op een rijtje gezet wat de kansen en bedreigingen van afstandsonderwijs zijn.  Hieruit is een handreiking 'Effectief afstandsonderwijs' ontstaan. De Inspectie sprak strategisch inspecteur Inge de Wolf, tevens hoogleraar in Maastricht. Zij dook samen met enkele collega’s de wetenschappelijke literatuur in om te achterhalen wat effectief afstandsonderwijs is en wat niet. Dit meldt de Inspectie van het Onderwijs.

Wat is de hoofdconclusie uit jullie literatuurstudie: de handreiking?

“Het mooie is dat we naast de risico’s bij afstandsonderwijs ook een aantal kansen zien. Kansen om het onderwijs als geheel en afstandsonderwijs in het bijzonder te verbeteren. We hebben vanuit de wetenschap gekeken wat aantoonbaar effectief afstandsonderwijs is. Zodat leraren en scholen netjes op een rijtje hebben waar ze op moeten letten als ze het afstandsonderwijs willen verbeteren. Zowel wat betreft risico’s als kansen.

Het afstandsonderwijs is bedoeld om zo min mogelijk leerachterstanden op te lopen zolang de scholen gesloten zijn. Vooral voor kwetsbare leerlingen zijn effectieve lessen belangrijk. Door de lessen te verbeteren, kunnen de negatieve gevolgen van de schoolsluitingen geminimaliseerd worden.”

Kun je een voorbeeld van die kansen geven?

“Een simpel voorbeeld is dat je gebruik kunt maken van instructievideo’s. Het voordeel daarvan is dat leerlingen die op hun gemak terug kunnen kijken, zelfs meerdere keren als ze het niet meteen begrepen hebben. Leerlingen kunnen die instructies ook buiten de les om bekijken. Zo blijft er tijdens de les meer tijd over om andere effectieve elementen in te zetten.”

Wat zijn kenmerken van een effectieve afstandsles?

“Ik licht er een paar uit, maar ik zou leraren, scholen en besturen willen aanraden om de studie te lezen. Daarin staan alle wetenschappelijke bevindingen kort en overzichtelijk opgesomd.

Een belangrijk kenmerk is bijvoorbeeld interactie tussen leerlingen onderling of tussen leraar en leerling.  In het fysieke onderwijs zit de interactie er automatisch in, maar bij afstandsonderwijs niet. Dus die moet je dan organiseren.

Je ziet in onze lopende onderzoeken toch veel dat afstandsonderwijs een pratende leraar voor het schoolbord is. Terwijl we weten dat een effectieve afstandsles er anders uit moet zien dan een effectieve fysieke les.

Het zou mooi zijn als leraren en scholen die kenmerken erbij pakken om te toetsen of hun les nog beter kan. Zit er bijvoorbeeld voldoende interactie in? Wordt er voldoende feedback gegeven? Ook is het effectief om leerlingen zelfstandig aan het werk te zetten. Gebeurt dat voldoende?  In de studie staan concrete tips.”

De studie en het volledige gesprek met Inge de Wolff over de kansen en bedreigingen van het afstandsonderwijs zijn hier te vinden op de website van de Inspectie van het Onderwijs.

Door: Nationale Onderwijsgids