23 januari 2018 om 15:23
< 1 min lezen
Project LinQ zet taal, land en cultuur bij taalvakken voorop
De positie van het vak Duits moet dringend worden versterkt, bleek vorige week uit onderzoek van Duitsland Instituut Amsterdam (DIA). Leerlingen moeten in de les meer Duits gaan spreken en meer kennis opdoen over Duitsland. Scholen binnen het LinQ-netwerk werken al op deze manier. Dit meldt Nuffic.
De Duitse taal staat er bij de scholieren wel beter op dan zeven jaar geleden (40 procent noemt hem interessant), maar ze leren hem amper goed te spreken en van Duitsland weten ze ook niet veel. Dat blijkt uit een enquête van het Duitsland Instituut Amsterdam (DIA) onder bijna 2.800 middelbare scholieren. Het DIA beveelt daarom een nieuwe doeltaaldidactiek aan, die bijvoorbeeld een ‘spreektijd’ binnen de les mogelijk maakt.
Het project LinQ, dat sinds 2005 samen met docenten naar manieren zoekt om Duits en Frans op een vernieuwende en aantrekkelijke manier aan te bieden, voorziet al in die behoefte. LinQ-scholen richten hun lessen in op basis van een aantal principes. Zo is de doeltaal de voertaal tijdens de les. Daarnaast is er veel aandacht voor land, cultuur en actualiteit. Een ander basisprincipe is communicatief taalonderwijs en het creëren van authentieke taalsituaties, bijvoorbeeld door middel van internationalisering.
Het LinQ-netwerk, dat door Nuffic wordt gecoördineerd, bestaat uit 138 scholen. Ieder schooljaar kunnen er 15 nieuwe scholen lid worden. Docenten van nieuwe LinQ-scholen volgen het eerste jaar een nascholings- en begeleidingstraject. Vanaf het tweede jaar ligt de nadruk op de LinQ-didactiek en uitwisseling tussen LinQ-docenten.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
