Groeiende ongelijkheid tussen Amsterdamse middelbare scholen
Het aantal scholieren met hoogopgeleide ouders neemt in Amsterdam toe. Bovendien zoeken zij elkaar steeds meer op, waardoor er zelden meer een ontmoeting met leerlingen van laagopgeleide ouders plaatsvindt. Dat blijkt uit cijfers van Onderzoek, Informatie en Statistiek, meldt Het Parool.
Een kwart van de middelbare scholen in de hoofdstad van Nederland bestaat vrijwel uitsluitend uit leerlingen met hoogopgeleide ouders. Op vier van de tien scholen heeft tachtig procent van de kinderen laagopgeleide ouders. Op acht scholen is de verhouding tussen hoog- en laagopgeleide ouders ongeveer gelijk.
“Het Amsterdams voortgezet onderwijs is gesegregeerd”, concludeert OIS. Kinderen van hoogopgeleide ouders kiezen er vaak voor om naar een school te gaan buiten hun eigen stadsdeel. Het gevolg is dat kinderen van hoog- en laagopgeleide ouders minder met elkaar in contact komen, beweert Herman van de Werfhorst, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam.
En die ongelijkheid wordt volgens hem alleen maar vergroot door scholen die alleen maar gymnasium, havo of vmbo bieden. “De beste kinderen gaan naar de beste scholen, met de beste leraren. Verschillen die in het begin vrij klein zijn, worden hierdoor alleen maar groter”, zegt hij.
De hoogleraar hoopt dat de lokale politiek de groeiende ongelijkheid een halt toeroept. Hij krijgt steun uit de gemeenteraad. “We moeten ophouden kinderen apart naar school te laten gaan”, zegt Marjolein Moorman (PvdA).
© Nationale Onderwijsgids
