Normal_studenten_computer

Met ingang van 1 augustus 2016 is het vak Informatietechnologie (it/i) een officieel keuzevak in het vrije deel van het examen voor de gemengde en theoretische Leerweg van het vmbo. De elf scholen die de pilots uitvoerden en het examenprogramma mede ontwikkelden, zijn blij dat het vak nu op alle scholen kan worden aangeboden. "Leerlingen van de theoretische leerweg worden hiermee beter voorbereid op het vervolgonderwijs op niveau 4 van het mbo én op doorstroom naar de havo." Dit meldt scholengroep ITTL.

 

"Voor de beroepsgerichte leerwegen bestond de ICT-route, voor de havo was er Informatiekunde. Maar voor de theoretische leerweg van het vmbo of, zoals dat bij ons heet de mavo, bestond er niets. Dat was onwenselijk, ook in de ogen van het ministerie van OCW. Een paar mavoscholen hebben toen experimenteerruimte gekregen om ITTL, Informatietechnologie voor de theoretische leerweg van het vmbo, te ontwikkelen," vertelt Henk Visser, penvoerder van de Scholengroep ITTL. Deze Scholengroep bestaat uit elf pilotscholen die samen met BDF Advies en het nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling SLO het examenprogramma ontwikkelden. 

Het vak Informatietechnologie richt zich op de beroepspraktijk van de ict-er en mediavormgever en op toepassingen van ict in andere sectoren. Het vak sluit daarom goed aan bij het advies Ons onderwijs2032 dat het Platform Onderwijs2032 onder leiding van Paul Schnabel in januari 2016 heeft uitgebracht. Dit Platform beveelt onder meer een kerncurriculum aan waarvan 'digitale geletterdheid' onderdeel zou moeten zijn. Logisch kunnen redeneren, programmeren, omgaan met digitale informatie en met (digitale) media en beelden worden erg belangrijk voor de toekomst van leerlingen. De pilotscholen herkennen zich in het advies Ons onderwijs2032. 
 
Om de kwaliteit van het vak en verdere ontwikkeling te waarborgen, richt de Scholengroep ITTL een platform op. Scholen die ITTL aanbieden, kunnen zich bij dit platform aansluiten. "Op die manier kun je als eenheid naar buiten treden, scholing voor docenten organiseren en de ontwikkeling van het vak monitoren," zegt Visser.