Evaluatie naar de aanjagers van ambitieus ondernemerschap

In het aanjagen van ambitieus ondernemerschap in Nederland hebben StartupDelta en opvolger Techleap de afgelopen tien jaar een belangrijke rol gespeeld. Wat hebben zij betekend en hoe effectief en doelmatig zijn ze geweest? In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat hebben onderzoekers van Birch en de Utrecht University School of Economics (U.S.E.) daar een analyse van gemaakt. Daarin stellen zij dat er nog steeds behoefte is aan een externe aanjager maar er mag wel kritisch gekeken worden naar de vorm daarvan. De onderzoekers pleiten ook voor een aanpak voor ondernemerschap gericht op maatschappelijke uitdagingen. Dat meldt de Universiteit Utrecht. 

StartupDelta (2015-2019), later overgegaan in Techleap.nl (2019-heden) hebben als doel om het Nederlandse startup en scale-up ecosysteem effectief (doeltreffend) en efficiënt (doelmatig) te verbeteren. Voor het rapport Evaluatie StartupDelta en Techleap. Resultaten van externe aanjagers voor startup en scale-up beleid in de periode 2015-2022 onderzochten Birch en de Universiteit Utrecht met vijf deelonderzoeken in hoeverre dat het geval was, welke elementen in het ecosysteem in de toekomst aandacht verdienen en wat daarbij een rol kan zijn van een externe aanjager.

Zichtbare activiteiten 

StartupDelta en Techleap hebben een groot aantal zichtbare activiteiten ontplooid om onderdelen van het ecosysteem en specifieke ondernemingen te verbeteren. Het is niet mogelijk gebleken om de directe impact van StartupDelta en Techleap te kwantificeren (doeltreffendheid).

"Er is ontzettend veel innovatie en ondernemersbeleid nauwelijks kwantitatief te evalueren waar het gaat om effectiviteit en efficiëntie", zegt Erik Stam, een van de projectleiders van de evaluatie. "Dat is een beetje zuur, maar helaas is dat eerder de regel dan de uitzondering."

Ecosysteem 

De onderzoekers hebben wel kunnen achterhalen wat de outputs en outcomes zijn geweest en zien dat StartupDelta en Techleap het ecosysteem beter in kaart hebben gebracht en op de kaart hebben gezet, en dat ze een groot bereik hebben gehad onder de ondernemers van startups en scale-ups.

In vergelijking met publiek gefinancierde ecosysteem aanjaagorganisaties in het buitenland is StartupDelta in korte tijd buitengewoon efficiënt geweest. Techleap, met veel meer middelen en in beperkende omstandigheden (Corona-pandemie), in mindere mate. De verdrievoudiging van het budget van Techleap (ten opzichte van StartupDelta) is voor een deel vertaald in de kennis- en aanjaagfunctie en voor het merendeel in de programma’s met individuele bedrijven (met een meer ‘founder centric’ aanpak).

Startups en scale-ups 

Die programma’s zijn effectief geweest in het selecteren en begeleiden van startups en scale-ups met groeipotentie; de ervaringen van de deelnemers aan de eerste programma’s laten zien dat zij deze groei ook realiseren. De beoogde opbrengst – om daarmee het beleid voor en de ondersteuning van startups en scale-ups in Nederland op systeemniveau te verbeteren – moet zich echter nog manifesteren.

"We zijn over die founder centric benadering zowel positief als negatief", zegt Stam. "Het is ontzettend goed dat ondernemers bij het beleid betrokken worden, want zij zijn de gebruikers van het ecosysteem en mensen met ondernemerservaring. Samen met hen kun je verbeteringen aanbrengen in het ecosysteem. Het ondersteunen van individuele ondernemers kan je beter aan partijen uit de markt of samenleving (in het bijzonder ondernemers en oud-ondernemers) overlaten."

Omvang 

De onderzoekers hebben StartupDelta en Techleap vergeleken met soortgelijke organisaties in andere landen, en met gerelateerde beleidsprogramma's/organisaties in Nederland. Op basis daarvan stellen zij vast dat de omvang van StartupDelta relatief klein is en van Techleap relatief groot is, ten opzichte van vergelijkbare organisaties in benchmark landen.

Erik Stam: "Techleap is een entrepreneurial ecosystem catalyst organisation. Bijna alle landen in Europa hebben zo’n organisatie, soms zelfs meerdere. Het lijkt dus logisch dat we die in Nederland ook hebben. Wat voor taken zo’n organisatie op zich neemt, hangt ook af van wat anderen doen. In Zweden zijn er zowel publieke als private organisaties die een rol op zich nemen. Norrsken, bijvoorbeeld, een privaat initiatief dat zich richt op impact unicorns met een positieve, maatschappelijke impact. Zweden is trouwens niet eens zo’n heel ander land dan Nederland. Ik vind dan ook dat het veel meer voor de hand ligt om naar Zweden te kijken dan naar Silicon Valley (zie bijvoorbeeld Why does Sweden have so many Startups?). Het is veel inclusiever dan het Amerikaanse model."

In de periode 2015-2022 is het Nederlandse ecosysteem voor ondernemerschap substantieel verbeterd, maar het verbeteren van het ecosysteem is nooit af, schrijven de onderzoekers. Leiderschap, community-vorming en betere data (voor diagnose en dialoog, monitoring en evaluatie) verdienen aandacht. Dit geldt zolang dit nog niet op orde is (data-infrastructuur) of (nog) niet door private partijen wordt overgenomen (leiderschap, community-ondersteuning).

Zwakke punten 

Gezien de mogelijke synergie tussen de data-infrastructuur en de leiderschapsfunctie is het wenselijk om deze te combineren in één organisatie. Zo kunnen zwakke punten van het ecosysteem worden geagendeerd en geadresseerd en kan overzicht worden gehouden over relevante publieke en private spelers en hun beleid (regiefunctie). Kortom, het blijvend doeltreffend en doelmatig versterken van het Nederlandse startup en scale-up ecosysteem vereist een meer data-en-dialoog gedreven ecosysteembeleid.

"Dat Techleap en veel investeerders gefocused zijn op deep tech, komt wellicht omdat zij er in de verre toekomst grote returns van verwachten", zegt Stam. "En universiteiten vinden het belangrijk omdat ze erin zitten. Het zijn dus hun belangen die dat aanjagen. Wij wijzen er in het rapport vooral op dat het oplossen van maatschappelijke uitdagingen belangrijk is. Dat is van belang voor iedereen maar er is niet echt een lobby die zich daar druk om maakt. Als er schaarse middelen zijn en je wilt daar een prioritering in maken, kijk dan naar welke vormen van ondernemerschap daar goed voor zijn. Dat bepleiten we."

Meerdere partijen 

Er zijn steeds meer partijen bijgekomen die het ecosysteem aanjagen, zoals Invest-NL en het inmiddels landelijke netwerk van Regionale Ontwikkelings Maatschappijen en er is meer ervaring opgebouwd in het aanjagen van ecosystemen. Het grote aantal organisaties vereist coördinatie die niet vanzelf tot stand komt. Bovendien zijn er ook nieuwe kansrijke terreinen of maatschappelijke uitdagingen waar coördinatie en een aanjaagfunctie van belang blijft.

"Er is nog steeds behoefte aan het op de kaart zetten van startup en scaleup systeem. Kijken naar waar het wel en waar het niet goed gaat. Maar van een aantal activiteiten heel erg gericht op individuele ondernemers kun je je afvragen of die per se door een organisatie zoals Techleap gedaan moeten worden", zegt Stam. 

Kortom: er blijft een belangrijke rol weggelegd voor een externe aanjager om verbeteringen van het ecosysteem te agenderen, te prioriteren, in gang te zetten, te implementeren en te monitoren en evalueren. De stem van startups en scale-ups wordt zonder Techleap onvoldoende gerepresenteerd in het beleidsdebat.

Externe aanjager 

Voor het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is een externe aanjager een effectieve en efficiënte vorm om beleid te implementeren. Een externe aanjager is wendbaarder en kan – zolang ze niet te groot is – gemakkelijker een beroep doen op steun buiten de overheid zelf.

Door: Nationale Onderwijsgids