Normal_bureaucratie_mappen_dossiers_papierwerk

De onafhankelijke positie van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) ten opzichte van het ministerie van Justitie en Veiligheid moet worden vergroot. Die conclusie trekt minister Grapperhaus naar aanleiding van de adviezen van drie onderzoekscommissies. Zo wordt het WODC in een ander gebouw gehuisvest en wordt de onafhankelijke positie van het instituut in een ministeriële regeling vastgelegd. Daarnaast worden de regels voor beleidsonderzoek aangescherpt, zodat beleid en onderzoek op grotere afstand van elkaar komen te staan. Zowel bij het ministerie als bij het WODC worden nieuwe functionarissen benoemd die zorgen voor het naleven van de gedragsregels voor onafhankelijk onderzoek. Dit meldt Rijksoverheid.

Dat schrijft minister Grapperhaus vandaag in een brief aan de Tweede Kamer nadat hij het rapport heeft ontvangen van de Commissie WODC II, onder voorzitterschap van prof. dr. Hertogh, over de relatie tussen het WODC en beleid.
 

Drie onderzoekcommissies

 
Met het verschijnen van het rapport van de Commissie WODC II is het werk afgerond van de drie onafhankelijke onderzoekscommissies die minister Grapperhaus heeft ingesteld na berichtgeving over een mogelijke misstand bij WODC-onderzoek.  “Ik deel de opvatting van de drie commissies dat het WODC en het door haar opgeleverde onderzoek een waardevolle functie heeft binnen het justitie-domein.  De drie rapporten in samenhang bezien schetsen echter een kritisch beeld”, aldus Grapperhaus. “Ik neem daarom een robuust pakket aan maatregelen  om de door de commissies geconstateerde tekortkomingen weg te nemen.’’
 

Positionering WODC

 
De drie commissies constateren dat voor goed beleidsonderzoek interactie tussen beleid en onderzoekers noodzakelijk is maar dat er op dit moment een te groot spanningsveld is ontstaan. De aanbeveling van Commissie WODC II om de onafhankelijke positie in een ministeriële regeling vast te leggen, neemt de minister over. Datzelfde geldt voor de aanbeveling om het WODC in een ander gebouw dan het ministerie te huisvesten. Het managementteam van het WODC krijgt een nieuwe directeur. Deze krijgt de taak de weerbaarheid van de medewerkers te vergroten, een cultuur van aanspreken te ontwikkelen en steun uit te dragen aan medewerkers die oneigenlijke beïnvloeding ervaren.
 

Scherpere rolverdeling beleid en onderzoek

 
Om de waardevolle functie van het WODC te waarborgen, gaat de minister de spelregels voor goed opdrachtgeverschap verduidelijken en beleidsambtenaren hierin opleiden. Uit de drie rapporten van de commissies blijkt dat het inherent is aan beleidsonderzoek dat er contact is tussen beleid en onderzoek, zeker in de fase waar het gaat over de vraag wat onderzocht moet worden. Dit contact kan kwaliteitsverhogend werken. Tegelijkertijd blijkt de grens tussen collegiaal advies en oneigenlijke beïnvloeding niet altijd helder. Deze grens zal worden verduidelijkt om beleidsambtenaren handvatten te bieden voor de dagelijkse praktijk.
 
Voor het actieve toezicht op de naleving van de nieuwe werkprocessen zal de minister aan de zijde van beleid een centrale kenniscoördinator benoemen om de bewustwording en de naleving te bevorderen van geldende normen en protocollen bij het verrichten van beleidsonderzoek. Daarnaast verzoekt minister Grapperhaus het WODC om aan de zijde van het WODC een chief science officer aan te stellen, die onder meer moet  zorgen voor een zuivere relatie met beleid gedurende het verloop van een onderzoek.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids