Lesgeven in vso is zwaarder geworden sinds invoering passend onderwijs

Besturen en scholen in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) ervaren sinds de invoering van passend onderwijs dat het onderwijs aan hun leerlingen zwaarder is geworden. Ze schrijven dat toe aan veranderingen in de leerlingpopulatie. Dit meldt de Inspectie van het Onderwijs op basis van eigen onderzoek.

De inspectie heeft onderzocht hoe de leerlingpopulatie in het vso zich ontwikkeld heeft vanaf de invoering van het passend onderwijs in 2014, tot en met 2019. Naast analyse van landelijke data zijn interviews gehouden met vertegenwoordigers van 30 scholen en 15 besturen.

De inspectie adviseert besturen en scholen de achtergrond van de leerlingen beter in beeld te brengen, zodat het onderwijs en de zorg beter op de behoeften van hun leerlingen afgestemd kunnen worden. Ook is er verbetering te bereiken in de afstemming met Jeugdzorg.

Landelijke data: verandering aard instroom

Uit de analyse van de landelijke data blijkt dat de omvang van het vso globaal constant is gebleven. Wel bleek er deels sprake van andere soort leerlingen:

  • de instromende leerlingen zijn vaker van school gewisseld
  • de instromende leerlingen komen vaker uit het voortgezet onderwijs, en minder vaak uit het speciaal onderwijs of het (speciaal) basisonderwijs
  • meer leerlingen hebben een uitstroomprofiel arbeid of vervolgonderwijs in plaats van dagbesteding.

Scholen ervaren verzwaring

Uit de interviews komt naar voren dat scholen en besturen vinden dat het onderwijzen van hun leerlingen zwaarder is geworden. Ze ervaren dat leerlingen met verdiepte problematiek het vso binnenkomen. Daardoor kost het meer moeite om hen weer leerbaar te krijgen. Als verklaring geven ze onder andere een latere verwijzing naar het vso, waardoor ze te laat de benodigde ondersteuning krijgen.

Afstemming en samenwerking belangrijk

Hoe sneller leerlingen de ondersteuning in het leren krijgen die ze nodig hebben, hoe effectiever het onderwijs is. Verbetering is mogelijk wanneer besturen en scholen meer gebruik maken van harde gegevens over de instromende leerlingen en hun achtergrond. Hiermee kunnen ze zich beter voorbereiden op de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen en zijn ze beter voorbereid op de veranderende instroom. Dan is ondersteuning en zorg beter op de leerlingen afgestemd.

Uit het onderzoek blijkt dat met goede samenwerking met jeugdzorg de problematiek van jongeren snel aangepakt kan worden.

Door: Nationale Onderwijsgids