Openbaar Ministerie: Oorzaak ongeluk met Stint blijft onduidelijk (2)

Het ongeval op donderdag 20 september 2018, waarbij vier kinderen om het leven bij het ongeluk met de Stint in Oss, gebeurde tijdens het werk van de leidster. Daarom is het ongeval aan te merken als een arbeidsongeval. Bij een arbeidsongeval is het de standaardprocedure dat de Inspectie SZW onderzoekt of de werkgever voldoende heeft gedaan om het ongeval zo veel als mogelijk te voorkomen. Onder leiding van een officier van justitie van het Functioneel Parket (FP) werd onderzoek gedaan. Er is onder meer gekeken of de werkgever een verwijt is te maken op grond van de ARBO-wetgeving. Uit het onderzoek is gebleken dat de Stints van het kinderdagverblijf op basis van het leasecontract onderhouden werden. Dit meldt het Openbaar Ministerie. 

De Stints die het kinderdagverblijf gebruikte, waren geleased van de producent. Wanneer er een mankement was, werd dat hersteld door het bedrijf. Daarnaast blijkt uit het onderzoek door de Inspectie dat medewerkers voldoende voorlichting en instructies kregen voor zij van de Stint gebruik mochten maken. De leidsters mochten pas op de Stint rijden als ze de rij-instructie hadden gehad. Tijdens de eerste praktijkinstructie werd gecontroleerd en beoordeeld of een medewerker met de Stint kinderen mocht gaan vervoeren. Het FP is van mening dat het kinderdagverblijf of de leidinggevende van dat kinderdagverblijf strafrechtelijk geen verwijt valt te maken: “Het kinderdagverblijf heeft voldoende gedaan om een ongeval zoveel als mogelijk te voorkomen. De zaak wordt geseponeerd.”
 

Rol van de producent

Over de kwetsbaarheden van het product Stint is sinds het ongeluk veel gezegd en geschreven, onder meer in rapporten van onderzoekers van TNO, ILT, NFI en de Inspectie SZW. Alle rapporten van deze instanties zijn ook meegenomen in het strafrechtelijk onderzoek. In het onderzoek is vooralsnog niet naar voren gekomen dat de kwetsbaarheden vóór het ongeluk bekend waren bij de producent. Om daar duidelijkheid over te krijgen werd onder meer beslag gelegd op de administratie van het bedrijf. Het gaat om enorme hoeveelheden data. Het vergt speciale expertise om de inhoud daarvan goed te kunnen beoordelen. Dit gedeelte van het onderzoek loopt nog.
 

Vervolgbeslissingen

Op basis van de onderzoeksresultaten is beoordeeld of de bestuurster met betrekking tot het ongeluk van 20 september 2018 een strafrechtelijk verwijt valt te maken. Het OM heeft geconcludeerd dat dit niet geval is. De officier van justitie: “Ze heeft er alles aan gedaan om de aanrijding te voorkomen en moet leven met het feit dat dit niet gelukt is. In het onderzoek heeft ze alle medewerking verleend en dat alles onder zeer emotionele omstandigheden. Wij hebben daar groot respect voor. Er is op basis van het onderzoek geen aanleiding om tot strafrechtelijke vervolging van de bestuurster over te gaan.” Op basis van het onderzoek van het FP is besloten om ook niet over te gaan tot vervolging van (medewerkers van) het kinderdagverblijf. De vervolgbeslissing met betrekking tot de producent is nog niet genomen. Dit gedeelte van het onderzoek loopt immers nog.
 

Bijeenkomsten

De nabestaanden en de bestuurster zijn eerder deze week op de hoogte gebracht van de resultaten van het onderzoek: “De bijeenkomsten waren zeer beladen en het gemis van de kinderen is voelbaar. Het onderzoek is uitgevoerd door een zeer gedreven team van experts, dat niets liever wilde dan de waarheid boven tafel krijgen. De politie, het Openbaar Ministerie, het NFI en andere partners hebben alles uit de kast getrokken om te onderzoeken hoe dit afschuwelijke en intrieste ongeval heeft kunnen gebeuren. Wij hadden de nabestaanden, de bestuurster en alle andere betrokkenen antwoord willen geven op die belangrijke vraag, voor de verwerking van iedereen. Het is teleurstellend dat dit niet mogelijk is gebleken.”
 
Door: Nationale Onderwijsgids