Normal_ton_schroor_-__informeel

Het onderwijs in Groningen gaat een bijzonder jaar tegemoet. Sinds september mag de stad zich dé Onderwijsstad van het Jaar noemen. “Een leuke erkenning voor het harde werk dat we in de afgelopen tijd hebben verzet”, zegt onderwijswethouder Ton Schroor (D66). Aan de Nationale Onderwijsgids legt hij uit waaraan de stad deze eer te danken heeft en licht hij alvast een tipje van de sluier op over een aantal vernieuwingen waaraan gewerkt wordt.

“Wat zo bijzonder is aan Groningen is de intensieve samenwerking die wij hier hebben met alle lagen van het onderwijs, van de kinderopvang tot en met de universiteit en alles wat daar tussen zit. In het Onderwijspact is die samenwerking ook op papier vastgelegd met doelstellingen en afspraken. De hele keten zit geregeld met elkaar om tafel. Het voordeel daarvan is dat de lijnen kort zijn. Ik heb het een beetje gepeild in de rest van het land en een organisatorische samenwerking van die orde blijkt vrijwel uniek.”

Het onderwijs in Groningen moet een toonbeeld worden van vernieuwing, niet alleen binnen de regio maar ook voor de rest van het land. De stad werkt aan een programma om het komend schooljaar te laten zien dat Groningen als vanouds voorop loopt in onderwijsinnovatie en nog heel wat in petto heeft. “Het wegwerken van taalachterstanden bijvoorbeeld”, vertelt Schroor. “Ja, dat is al heel veel gedaan en met vele verschillende methodes. Tot nu toe blijkt er echter geen één methode te zijn geweest waarmee echt significant succes is geboekt. Dat is best schokkend als je kijkt naar al die taalprogramma's die we in Nederland al gehad hebben. Wij willen dat nu anders gaan doen.”

Succes for All

Schroor kwam via het Onderwijspact in contact met hoogleraar Onderwijskunde Roel Bosker van de Rijksuniversiteit Groningen. Bosker heeft zich verdiept in het onderwijsverbeteringsprogramma van de Amerikaanse onderzoeker Robert Slavin. De methode van Slavin is gebaseerd op empirisch bewijs en werd in de Verenigde Staten al bij twee miljoen kinderen succesvol toegepast. De kern van de methode is gericht op ‘leeskilometers’ maken, zowel op school als thuis. Dit gebeurt onder intensieve begeleiding van leraren, maar ook de ouders spelen hierbij een belangrijke rol. De successen die de kinderen hierbij behalen worden gevierd. En dit alles wordt ondersteund met nieuw lesmateriaal. Het programma loopt nu ook al enkele jaren met succes op honderd scholen in Engeland. Bosker en Schroor willen de 'evidence based' methode 'Success for All' in Groningen gaan uitproberen. “Bosker heeft het alleenrecht om de methode in Nederland te testen”, vertelt Schroor. “We zijn nu, samen met onderwijsinstellingen, aan het kijken hoe de proef het beste vormgegeven kan worden. Elk land heeft natuurlijk een andere cultuur dus we moeten eerst uitzoeken hoe we de methode inpassen in de bestaande onderwijsstructuur. Als dan blijkt dat we bij wijze van spreken twee jaar taalachterstand met een half jaar verminderen, dan weten we dat het ook hier werkt en dan hebben we iets unieks in handen. Het is mijn stellige overtuiging dat het goed aanpakken van de taalontwikkeling bij kinderen zijn weerslag zal hebben op hun hele verdere leven. Als wij daar een klein sprongetje in kunnen maken, hoe klein ook, dan hebben wij iets moois gedaan. Dan hebben we in Groningen weer een vernieuwing op het onderwijs in Nederland waar de rest een voorbeeld aan kan nemen.”

Onderwijsinnovatie zit Groningen in het bloed. Al in de jaren negentig werden de eerste Vensterscholen opgericht. De Vensterscholen zijn uitgegroeid tot het paradepaardje van het onderwijs in Groningen maar het oorspronkelijke elan was een beetje weggezakt. Samen met het onderwijsveld ontwikkelde Schroor plannen om het concept nieuw leven in te blazen, een initiatief dat indruk maakte op de toetsingscommissie van de Nationale Onderwijsweek. In de Nieuwe Impuls Vensterscholen komt de regie in handen van de scholen zelf. Ook werden inhoudelijke pijlers vastgesteld waaraan scholen moeten voldoen om het predicaat te verdienen.
 
Venster op de toekomst
 
Inmiddels zijn achttien scholen binnen de nieuwe impuls van start gegaan, zowel bestaande Vensterscholen als reguliere scholen die geïnspireerd raakten door de nieuwe aanpak. Binnen de vier pijlers – een doorgaande ontwikkelingslijn, optimale ondersteuning en zorg aan kinderen, ouderbetrokkenheid en een gedragen pedagogische missie en visie – hebben scholen de mogelijkheid om hun eigen accenten te leggen. Het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid van de Hanzehogeschool Groningen toetst of het plan van een school pedagogisch aan de doelstellingen voldoet en haalbaar is.
 
“Het is niet de bedoeling dat het Groningse model een eenheidsworst wordt”, zegt Schroor. “Scholen maken zelf een plan waarin ze keuzes maken in wat ze belangrijk vinden. Dat zorgt ervoor dat scholen kunnen differentiëren. We hebben er niks aan als alle scholen hetzelfde zijn. Ik vind het juist leuk dat de ene school uitblinkt in techniekeducatie en een andere school weer veel aandacht besteed aan cultuur of duurzaamheid”. Ook de Utrechtse methodiek Vreedzame Wijk behoort tot de mogelijke keuzes van de scholen. “Het Vreedzame Wijk-programma zegt alles over de opvoedkundige kwaliteiten van school. Opvoeding is uiteraard de primaire verantwoordelijkheid van de ouders maar laten we eerlijk zijn, de school heeft een belangrijke faciliterende en signalerende rol daarin. De aanpak van Vreedzame Wijk zorgt ervoor dat kinderen niet met elkaar gaan lopen knokken als ze een meningsverschil hebben maar samen een oplossing zoeken. Dat is een methode die veel meer op de samenleving geënt is en verder gaat dan primaire lesstof overbrengen maar ook bijvoorbeeld tolerantie en verdraagzaamheid uitdraagt”.
 
City of  Talent
 
Die samenleving is ondertussen wel aan ingrijpende veranderingen onderhevig. Recente cijfers van het Sociaal Plan Bureau voorspellen dat het aantal kinderen en jongeren in de regio Groningen sterk zal afnemen in de komende decennia. Alleen de stad zelf laat groei zien. Schroor is niet bang dat deze tendens zijn 'City of Talent' onder druk zal zetten maar het is wel een punt van aandacht. “Groningen heeft een regiofunctie”, legt de wethouder uit, “er komen ontzettend veel jongeren uit de ommelanden naar de stad om naar school te gaan. Als er in de regio minder kinderen geboren worden, zullen met name de ROC’s en middelbare scholen daar op den duur last van krijgen. Aan de andere kant zien we ook een positieve ontwikkeling. De perifere ligging van de stad is tegelijk een vloek en een zegen. Doordat we ver van de Randstad af liggen, hebben we weinig concurrentie. De toestroom van studenten naar de Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen maakt dan ook veel goed. Groningen bruist als nooit tevoren”.
 
“We zien bijvoorbeeld een enorme boost in het aantal internationale studenten dat naar Groningen komt en daar zit zelfs een potentiële verdubbeling in”. Ook blijft een opvallend groot deel van de studenten na hun afstuderen hier wonen en werken. Zo'n tien tot twintig procent. “En de jongeren die na hun studie in Groningen wel weer uitwaaieren naar elders, daar hebben we fantastische ambassadeurs aan. Je moest eens weten hoeveel bekende Nederlandse talenten hun opleiding in Groningen hebben genoten!” Niettemin is krimp en vergrijzing een tendens waar de nodige aandacht aan besteed moet worden, vindt Schroor. De stad trekt dan ook de laatste jaren steeds intensiever op met de gemeenten in de ommelanden. “Het is van belang dat we een goed leef- en leerklimaat in stand houden. Alleen dat zorgt ervoor dat er uiteindelijk weer mensen in de schil gaan wonen en we straks niet met een lege provincie zitten”.
 
Na een succesvolle aftrap van het jaar als Onderwijsstad tijdens de Nationale Onderwijsweek begin oktober, is Groningen nu bezig met een jaarplanning voor symposia, congressen, workshops en andere activiteiten. Een deel daarvan is specifiek op de eigen regio gericht maar de stad wil zich ook graag laten zien aan de rest van het land. Zo komt er een landelijk slotcongres over de Groningse Vensterscholen waarbij de eerste resultaten van de nieuwe impuls gepresenteerd zullen worden en ervaringen uitgewisseld worden met deskundigen van Brede Scholen en IKC's elders uit het land. Aan het eind van dit schooljaar moet Groningen het stokje weer overdragen aan de volgende Onderwijsstad. Schroor hoopt dat Nederland dan gezien heeft dat er in Groningen opnieuw veel vernieuwende dingen gebeuren. “We zijn weer die koploper in het onderwijs met onze universiteit en hogeschool en alles wat daar onder zit. We liepen altijd voorop, de laatste jaren was dat een beetje weggezakt maar we hebben ons weer hersteld. Nederland zal weten: als we over onderwijs willen praten, dan kan het niet anders dan dat Groningen daarbij is want Groningen ademt onderwijs!"
 
© Nationale Onderwijsgids 
 
Benieuwd naar ons vorige gesprek met wethouder Ton Schroor? Lees het interview hier.