Normal_studenten_studiegroep_samenwerken

Het opdoen van een internationale ervaring in het onderwijs wordt steeds gebruikelijker. Bijvoorbeeld het leren in of van een andere taal, de grens overgaan voor een uitwisseling of een internationaal curriculum. Opvallend is dat leerlingen en studenten gemiddeld sneller internationaliseren dan hun (toekomstige) docenten. Dat zijn de belangrijkste bevindingen uit Internationalisering in Beeld, de rapportage die Nuffic op 31 januari 2019 presenteert. Dit meldt Nuffic.

Voor het eerst is in kaart gebracht hoe internationaal het Nederlandse onderwijs is. Uit de analyse blijkt dat leerlingen en studenten in alle onderwijssectoren in aanraking komen met internationalisering, maar dat dit nog lang niet voor iedereen geldt. Ook blijkt er een grote diversiteit te zijn in de manier waarop leerlingen en studenten een internationale ervaring opdoen. 
 

Primair en voortgezet onderwijs

In het basisonderwijs ligt de nadruk op het leren van een vreemde taal en wereldburgerschap. Zo’n 1.250 basisscholen bieden Engels aan vanaf groep 1. In het voortgezet onderwijs doet bijna 40 procent van alle scholen iets aan internationalisering. Dat kan bijvoorbeeld door middel van versterkt talenonderwijs, aandacht voor een internationaal curriculum of uitwisselingen voor leerlingen en docenten. Het netwerk Tweetalig Onderwijs is met ruim 36.000 leerlingen één van de grootste netwerken in het voortgezet onderwijs. 
Op scholen met een internationaal curriculum, werken leerlingen bijvoorbeeld samen met andere landen, waardoor zij de inhoud van de vakken ook vanuit een ander perspectief zien. Daardoor worden leerlingen niet alleen beter in een vreemde taal, maar doen ze ook internationale competenties op. 
 

Mbo en hoger onderwijs

In het middelbaar beroepsonderwijs gaat 7,6 procent van de studenten naar het buitenland voor studie of stage. In het hoger onderwijs is dat met 25 procent een stuk meer. In vergelijking met andere Europese landen loopt Nederland hiermee voorop. Aanzienlijk minder studenten kiezen voor een volledige studie aan een buitenlandse universiteit of hogeschool: slechts 2 procent, tegenover 3,3 procent gemiddeld in Europa. 
 

Kansen voor betere aansluiting

Uit de analyse blijkt dat er kansen liggen in een nauwere aansluiting op het vervolgonderwijs. Leerlingen die bijvoorbeeld op de basisschool vroeg met Engels zijn begonnen, stromen in het voortgezet onderwijs in op hetzelfde niveau als andere leerlingen.  
 

Docenten blijven achter

Docenten spelen een belangrijke rol bij het ontwikkelen van internationale vaardigheden van leerlingen. Als docenten die vaardigheden zelf ook hebben ontwikkeld, zullen zij beter in staat zijn om hun leerlingen op dat terrein te begeleiden. De onderzoekers concluderen echter dat zij gemiddeld minder snel internationaliseren dan leerlingen en studenten. Docenten maken bijvoorbeeld zeer beperkt gebruik van de mogelijkheden om naar het buitenland te gaan. Ditzelfde geldt voor studenten van lerarenopleidingen; het toekomstige docentenkorps.
 

Onmisbaar

Het opdoen van internationale ervaring op school en tijdens de studie is onmisbaar voor leerlingen en studenten om zich te kunnen redden op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Door ze internationaal competent te maken, kunnen ze beter omgaan met andere culturen en leren ze hun eigen cultuur beter kennen. Nuffic benadrukt dat internationalisering ook een bredere impact heeft: het kan bijdragen aan versterking van onze kenniseconomie, betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en betere samenwerking met andere landen op politiek, sociaal en economisch vlak.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids