Verdere stijging werkloosheid in juli
In juli waren 419 duizend mensen werkloos, dat is 4,5 procent van de beroepsbevolking. In de afgelopen drie maanden kwamen er gemiddeld 35 duizend werklozen per maand bij. Het aantal werkenden nam de afgelopen drie maanden ook toe, met gemiddeld 8 duizend per maand. Vooral in juni steeg het aantal werklozen en werkenden. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de beroepsbevolking. UWV registreerde eind juli 301 duizend lopende WW-uitkeringen, dat is evenveel als in juni.

Meer werklozen én meer werkenden in juli

In de afgelopen drie maanden groeide de beroepsbevolking (de werkzame en de werkloze beroepsbevolking samen) met gemiddeld 44 duizend mensen per maand. Deze groei volgde op een forse daling van de beroepsbevolking in april, na het uitbreken van de coronacrisis. Vooral in juni nam de beroepsbevolking weer toe, en ook in juli groeide deze licht. Deze toename betrof voor het merendeel werklozen.
 

Werkloosheid verder toegenomen

Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt vaak gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator worden mensen van 15 tot 75 jaar zonder betaald werk, die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn, met ‘werkloos’ aangeduid. Met 419 duizend werklozen in juli was 4,5 procent van de beroepsbevolking werkloos. In juni was dat 4,3 procent.
 

UWV: aantal WW-uitkeringen stabiliseert

Het aantal lopende WW-uitkeringen is in juli gelijk gebleven ten opzichte van juni. UWV verstrekte eind juli 301 duizend uitkeringen. Na een forse stijging tussen maart en mei is het voor de tweede maand op rij dat het aantal WW-uitkeringen op hetzelfde niveau gebleven is. Er werden in juli wel 61 duizend meer WW-uitkeringen verstrekt dan in februari het geval was.
 
Het aantal lopende WW-uitkeringen aan jongeren tussen de 15 en 25 jaar daalde met 10 procent ten opzichte van juni. Bij de helft van de WW-uitkeringen aan jongeren die in juli werden beëindigd, was de maximale WW-duur bereikt (circa 4,3 duizend WW-uitkeringen). Door de coronacrisis nam het aantal jongeren in de WW vooral in maart en april fors toe. Zij hebben over het algemeen kort recht op een WW-uitkering (maximaal 3 maanden), omdat het arbeidsverleden van jongeren vaak nog beperkt is.
 

UWV: aantal nieuwe WW-uitkeringen sinds maart structureel hoog

In juli werden er gemiddeld per week 8,7 duizend nieuwe WW-uitkeringen toegekend, een toename van bijna 50 procent ten opzichte van juli 2019. Het aantal nieuwe WW-uitkeringen is sinds maart structureel hoger dan in 2019 het geval was. In april werden sindsdien de meeste nieuwe uitkeringen verstrekt, gemiddeld 14,7 duizend per week.
 

Weer meer mensen op zoek naar werk

In de afgelopen drie maanden nam het aantal werklozen met ruim 100 duizend toe. Deze toename is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en niet-beroepsbevolking. 
 
Enerzijds gingen er meer mensen op zoek naar werk (van niet-beroepsbevolking naar werkloos) dan dat er stopten met zoeken naar een baan (van werkloos naar niet-beroepsbevolking). Per saldo groeide de werkloosheid hierdoor met 67 duizend mensen in de afgelopen drie maanden. Daarnaast zijn er meer mensen die hun baan verliezen en werkloos worden (van werkzaam naar werkloos) dan werklozen die een baan vinden (van werkloos naar werkzaam). Hierdoor steeg de werkloosheid per saldo met 39 duizend personen.
 
Het aantal mensen met werk nam tussen april en juli met 25 duizend mensen toe. Dit komt met name doordat in deze periode meer mensen toetraden tot de arbeidsmarkt en direct een baan vonden (van niet-beroepsbevolking naar werkzaam), terwijl er minder stopten met werken en de arbeidsmarkt verlieten (van werkzaam naar niet-beroepsbevolking).
 

Tussen maart en juni groei werkloosheid vooral door baanverlies

Het schema van juni laat zien dat de werkloosheid tussen maart en juni vooral nog groeide door het grotere aantal baanverliezers (van werkzaam naar werkloos).
 
Anderzijds was het aantal mensen dat toetrad tot de arbeidsmarkt en direct werk vond (van niet-beroepsbevolking naar werkzaam) nog een stuk lager en juist het aantal werkenden dat de arbeidsmarkt verliet (van werkzaam naar niet-beroepsbevolking) groter.
 
Door: Nationale Onderwijsgids