Normal_knuffel_beer_mishandeling_kind_verdriet

Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) wil dat alle kinderen die (vermoedelijk) slachtoffer zijn van kindermishandeling goed in beeld zijn en blijven bij Veilig Thuis. De werkwijze van Veilig Thuis wordt daarom aangescherpt. Voor professionals wordt de verplichte meldcode kindermishandeling minder vrijblijvend gemaakt met een registratievereiste. Dat betekent dat professionals die zelf een hulptraject starten bij vermoedens van kindermishandeling bij Veilig Thuis moeten laten registreren dat die hulp wordt gegeven. Als dan bijvoorbeeld blijkt dat er al eerder zorgen waren over dat kind, komt er extra actie.

Van Rijn: "We moeten doen wat het beste is voor kinderen. En dat is zorgen dat we ze op onze radar hebben als er zorgen zijn over mishandeling. Deze pragmatische aanscherping van de meldcode helpt professionals om dat te bereiken zodat zij mishandeling beter kunnen stoppen en kinderen en gezinnen steeds op de beste manier kunnen helpen. Veilig Thuis gaat zich niet zomaar bemoeien met dingen die professionals prima zelf kunnen. Maar met deze nieuwe werkwijze kan het wel aan de bel trekken als er meer aan de hand lijkt te zijn dan de directe hulpverlener kan overzien."

Professionals kunnen in de laatste stap van de meldcode twee keuzes maken. Ofwel melden bij Veilig Thuis zodat zij onderzoek kunnen doen en eventueel hulp kunnen starten, ofwel zelf een hulptraject starten. Bij de keuze voor het laatste gaat het registratievereiste gelden. Dat betekent praktisch dat professionals die zelf een hulptraject starten met Veilig Thuis contact moeten opnemen zodat het hulptraject daar geregistreerd kan worden. Daarmee krijgt Veilig Thuis ook die kinderen scherp in beeld. Als met de registratie bijvoorbeeld blijkt dat het niet de eerste keer is dat er zorgen zijn over dit kind, kan er aanvullende actie worden genomen.

Voor de invoering van het registratievereiste is een wetswijziging nodig. Van Rijn is met de voorbereiding daarvan gestart. Uitwerking vindt plaats in overleg met onder andere professionals en gemeenten.

© Nationale Onderwijsgids