‘Hardnekkige hoofdluis niet uit te roeien’
Het aantal gevallen van hoofdluis lijkt niet af te nemen in Nederland, ondanks dat er betere bestrijdingsmiddelen op de markt komen. "Wij zien geen duidelijke teruggang van het aantal besmettingen'', zegt Ingrid Ligthart van het Landelijk Steunpunt Hoofdluis (LSH).
Deze week beginnen veel basisscholen weer. En veel kinderen op een kluitje betekent een grotere kans op hoofdluis. Volgens Ligthart krijgen jaarlijks zo’n 10 procent van de kinderen op basisscholen last van de vervelende beestjes. Dat komt neer op een kwart miljoen kinderen.
“De verkoopcijfers van hoofdluisproducten bij apothekers en drogisterijen blijven dan ook hoog”, aldus de de LSH-voorzitter. Dat het aantal luisbesmettingen niet afneemt komt volgens haar doordat luizen resistent worden tegen bestrijdingsmiddellen.
Hoofdluis is heel besmettelijk, maar kinderen worden er niet ziek van. De beestjes lopen van hoofd naar hoofd. Omdat kinderen op basisscholen vaak dicht op elkaar zitten, kan hoofdluis daar welig tieren. De meeste mensen bestrijden de beestjes door het haar uit te kammen in combinatie met het gebruik van een antihoofdluismiddel.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) begon eerder dit jaar een onderzoek naar de omvang van hoofdluisproblemen op scholen. Scholen kunnen bij het onderzoeksinstituut melden hoeveel kinderen er zijn gecontroleerd en bij hoeveel kinderen hoofdluis is gevonden. De uitkomst van het onderzoek wordt binnenkort verwacht.
Uit eerder onderzoek bleek dat 17 procent van de kinderen tussen acht tot twaalf jaar hoofdluis heeft. Het komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens, waarschijnlijk doordat ze langer haar hebben.
Door: ANP
