Onderwijsvorm maakt weinig verschil: college volgen in zaal of online levert vergelijkbare resultaten op

Tijdens de coronapandemie kregen universiteiten te maken met een plotselinge overstap naar digitaal onderwijs. Daarmee ontstond de vraag of deze online alternatieven daadwerkelijk even effectief zijn als traditioneel klassikaal onderwijs. Onderzoekers Koen van den Oever (Tilburg University) en Stephanie Koornneef (Radboud Universiteit) onderzochten dit aan de hand van het vak Organisation and Environment, dat in het academisch jaar 2021-2022 werd aangeboden aan 730 studenten van de Radboud Universiteit.

 

Studenten konden bij elk hoorcollege zelf kiezen of ze fysiek aanwezig wilden zijn, het college via een livestream wilden volgen of later terugkeken via een opname. Voor het tentamen werd hen gevraagd hoe ze elk college hadden gevolgd. In totaal leverde dit 161 bruikbare reacties op.

 

Deze gegevens boden de onderzoekers de mogelijkheid om per student te vergelijken of er prestatieverschillen optraden tussen de gekozen onderwijsvormen. Omdat studenten vaak afwisselend gebruikmaakten van de verschillende opties, leverde dit een unieke kans op om de effecten nauwkeurig te analyseren. Volgens Van den Oever maakt die variatie het onderzoek extra waardevol.

 

De conclusie: de gekozen vorm van onderwijs had geen meetbare invloed op de tentamenresultaten. Op basis daarvan adviseren de onderzoekers instellingen om te blijven investeren in flexibele onderwijsvormen, die de toegankelijkheid en keuzemogelijkheden voor studenten vergroten.

 

Of deze resultaten ook gelden voor andere vakken of universiteiten moet verder onderzoek uitwijzen.