Taalklassen migrantenkinderen zitten overvol
Scholen in Eindhoven en Helmond waar ze jonge kinderen van vluchtelingen en arbeidsmigranten klaarstomen voor het Nederlandse basisonderwijs zitten overvol. De scholen weten niet meer waar ze alle kinderen les moeten geven na de zomervakantie. De directeur Ine van Kemenade van de Wereldwijzer, school in Eindhoven, zegt dat de school alleen al vanaf januari er zeker zestig kinderen heeft bijgekregen. Dit meldt het ED.
De jonge kinderen die taalonderwijs krijgen spreken bij binnenkomst geen woord Nederlands. Binnen tien tot vijftien maanden wordt aan deze kinderen Nederlands geleerd volgens de NT2-methodiek: Nederlands als tweede taal. Na het taalonderwijs kunnen de kinderen naar een gewone basisschool. In Helmond vindt deze vorm van onderwijs plaats bij Kindcentrum Mozaïek. Hier is het aantal leerlingen verdubbeld. In augustus had de school nog 52 kinderen, nu zijn dat er 104, zegt bestuurder Jan van der Heijden van de scholenkoepel Qliq Primair Onderwijs.
“Qua ruimte hebben wij intussen een probleem dat niet zomaar overgaat”, zegt Van Kemenade. “De aanwas door vluchtelingen en arbeidsmigranten zie ik voorlopig niet afnemen.” De directeur pleit ervoor om één groot taalcentrum te stichten, waar arbeidsmigranten en vluchtelingen samen met hun kinderen Nederlands kunnen leren. Hiermee moet niet alleen het capaciteitsprobleem opgelost worden, Van Kemenade denkt dat taalverwerving veel sneller verloopt als ouders, peuters en jonge kinderen in gezinsverband leren. De oudere kinderen leren al Nederlands in schakelklassen die zijn verbonden aan het voortgezet onderwijs.
© Nationale Onderwijsgids
