Logo_logo_szwlogo_tcm335-314686

Gemeenten besteden in hun beleid weinig aandacht aan het voorkomen van verdringing van reguliere arbeid als bijstandsgerechtigden gaan werken met behoud van uitkering. Terwijl zij weten dat de kans op verdringen aanwezig is. De klantmanager heeft hierin een grote vrijheid. Dit leidt tot een grotere kans op ongelijke behandeling binnen een gemeente en op het overschrijden van de grens van wat nog als niet-reguliere arbeid kan worden gezien. Dit meldt de Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Dit staat in het rapport “Gemeentelijke aandacht voor verdringing door bijstandsgerechtigden” van de Inspectie SZW. Gemeenten kennen diverse re-integratie-instrumenten waarbij bijstandsgerechtigden mogen werken met behoud van een uitkering. Op deze manier vergroten zij hun kansen op de arbeidsmarkt. Het opdoen van werkervaring in een ‘echte werkomgeving’ wordt gezien als een succesfactor om uiteindelijk weer aan het werk te komen.

Het is aan de klantmanager om te bepalen welke vorm van werken met behoud van uitkering het beste is voor een bijstandsgerechtigde. Bij deze keuze wordt de klantmanager geconfronteerd met verschillende belangen en daaruit voortvloeiende dilemma’s. Eén van deze dilemma’s is dat van additionele versus productieve arbeid. Als werk niet meer additioneel is maar zuiver productief, dan is er sprake van reguliere arbeid. Het verrichten van reguliere arbeid door bijstandsgerechtigden wordt gezien als verdringing.

Gemeenten zijn bekend met dit dilemma maar velen besteden er, naar het oordeel van de Inspectie, in hun beleid geen of onvoldoende aandacht aan. Zij laten dit volledig over aan de klantmanagers. Die proberen soms het gebrek aan beleid te compenseren door zelf criteria te bedenken of door moeilijke individuele casussen met collega’s te bespreken. Verdringing wordt daarbij door klantmanagers in sommige gevallen geaccepteerd. Dit kan tot gevolg hebben dat een plaatsing meerdere keren wordt verlengd en de bijstandsgerechtigde op den duur geen begeleiding meer ontvangt en volledig productief is. Er is dan geen sprake meer van additionele, maar reguliere arbeid.

Het ontbreken van uitgewerkt beleid leidt er bovendien toe dat gemeenten vaak onvoldoende duidelijk kunnen maken hoe de afweging van de verschillende belangen door de klantmanager plaatsvindt bij de keuze van het instrument. Terwijl zij toch de bijstandsgerechtigde kenbaar moeten kunnen maken waarom die een bepaalde voorziening krijgt aangeboden. Ook werkt het mogelijke ongelijke behandeling binnen een gemeente in de hand. De gemeenteraad heeft ook een rol bij het bewaken van de werkzaamheden die bijstandsgerechtigden verrichten. De Inspectie spoort de gemeenteraden aan deze rol actiever op te pakken.

© Nationale Onderwijsgids