Extra inzet aanpak jeugdwerkloosheid migrantenjongeren
In de komende jaren wordt extra ingezet op de aanpak van jeugdwerkloosheid onder migrantenjongeren en een betere aansluiting tussen onderwijs en het bedrijfsleven. Met honderd werkgevers worden afspraken gemaakt om jongeren zo snel mogelijk aan de slag te krijgen, staat in een brief aan de Tweede Kamer van minister Asscher van Werkgelegenheid en minister Bussemaker van Onderwijs. In de afgelopen twee jaar zijn 23.000 jongeren geplaatst bij een werkgever op een baan, leerwerkplek of stage. Daarnaast zijn 9000 jongeren voorbereid op een opleiding of werk. Dit meldt Rijksoverheid
Bovenop de reguliere budgetten die gemeenten hebben wordt in 2015 en 2016 in totaal 7 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor de arbeidsmarktregio’s. Daarnaast is eerder 200 miljoen euro vrijgemaakt voor de premiekorting in 2015.
In 2013 is de Aanpak Jeugdwerkloosheid gestart. Werkloze migrantenjongeren krijgen in de komende jaren extra aandacht. Zo komt er een buurtgerichte aanpak en zijn er afspraken gemaakt met wethouders in Den Haag, Amsterdam, Eindhoven, Leeuwarden en Zaanstad om de kans op werk voor deze groep te vergroten.
De werkloosheid onder migrantenjongeren zonder startkwalificatie is, ondanks de dalende jeugdwerkloosheid, nog steeds met dertig procent onwenselijk hoog. Vooral jongeren zonder startkwalificatie, een afgeronde opleiding op ten minste mbo 2-niveau, hebben het zwaar. Zij zijn twee keer zo vaak werkloos als jongeren die wel een startkwalificatie hebben. Daarom komt er extra inzet op een actieve bemiddeling naar werk. Het MBO-investeringsfonds, dat cofinanciering tussen scholen en bedrijven mogelijk maakt voor innovatie, wordt ingezet om ondernemers aan te sporen stages en leerbanen te creëren voor kwetsbare jongeren.
Sinds februari 2014 is de jeugdwerkloosheid gedaald van 13,8 procent naar 11 procent in februari 2015. In dezelfde periode daalde de totale werkloosheid in de groep van 15 tot 74 jaar van 7,9 naar 7,1 procent. De werkloosheid onder migrantenjongeren is in totaal ongeveer 24 procent.
© Nationale Onderwijsgids
