Mbo’ers ontevreden over contact school en stage
Volgens de initiatiefnemers van de monitor, de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB), zouden de stagebegeleider en de schoolbegeleider van de mbo-student elkaar drie keer moeten zien of spreken gedurende de stageperiode. Pas dan kan er duidelijk progressie worden gezien. Nu gebeurt dit nog te weinig, vindt dertig procent van de mbo’ers.
Over de afhandeling van hun klachten blijken mbo’ers even ontevreden als in 2010. Studenten vinden het niet duidelijk wat de klachtenprocedure op school is en weten niet waar ze met hun klacht terecht kunnen.
Ook blijkt uit het onderzoek dat veertig procent van de leerlingen met een beperking zeggen daar hinder van te ondervinden tijdens de lessen. Dat is twee procent meer dan twee jaar geleden. JOB noemt dit ‘een kwalijke zaak’ en roept scholen op meer geld te besteden aan leerlingen met een beperking.
Over de hoeveelheid lesuitval blijken de mbo’ers veel positiever dan twee jaar terug. Het aantal uren lesuitval nam af. Ook geven de mbo-studenten aan meer tevreden te zijn over hun docenten, wat ze op de opleiding leren en de informatie voorafgaand aan het schooljaar.
De MBO-raad, de brancheorganisatie van mbo-scholen, is vooral tevreden met het grote aantal deelnemers aan de JOB-monitor dit jaar. Wel geven ze aan over twee jaar het rapportcijfer 7+ na te streven. Om dat te bereiken wil de raad zich vooral richten op het verbeteren van de informatievoorziening vanuit de school, de knelpunten tijdens de stage, een betere klachtafhandeling en het betrekken van studenten bij hun opleiding.
De JOB-monitor 2012 is vrijdag aangeboden aan demissionair minister van Onderwijs Marja van Bijsterveldt (CDA).
