Zij-instromers hebben betere begeleiding van mbo-scholen nodig
Mbo-scholen hebben nog niet allemaal duidelijk op een rijtje wat de criteria moet zijn bij de beoordeling van vakmensen die ook docent willen worden. De begeleiding van zij-instromers is daarom soms ondermaats. Dit komt naar voren in een onderzoek van de Onderwijsinspectie. Dat meldt MBO Today.
Veel vakdocenten die afkomstig zijn uit het werkveld zijn actief binnen het mbo. Zij hebben geen lerarenopleiding gevolgd, maar hebben wel veel praktijkervaring opgedaan. Deze zij-instromers zijn voor het mbo-onderwijs van levensbelang.
Tweejarige opleiding voor zij-instromers
Zij-instromers volgen vaak een tweejarige opleiding. Hun werk als docent combineren ze met een pedagogisch-didactisch traject. Een hbo-instelling zorgt voor dit traject. De mbo-school bepaalt uiteindelijk of een docent geschikt en bekwaam is om binnen het mbo aan de slag te gaan.
Kwaliteit zij-instromers
De Onderwijsinspectie bezocht de afgelopen tijd zes mbo-scholen om zicht te krijgen op de kwaliteit van de zij-instromers. De Onderwijsinspectie trok daaruit de conclusie dat er nog veel dingen niet goed gaan. Scholen moeten duidelijk voor ogen hebben wat een zij-instromer nodig heeft om als docent aan het werk te kunnen. De zes scholen doen dit niet goed genoeg.
Samenwerken tijdens scholing
Een mbo-school en een hbo-school moeten volgens de Onderwijsinspectie goed samenwerken bij de scholing van de zij-instromers. Voor de inhoud van het scholings- en begeleidingstraject zijn beide onderwijsinstellingen verantwoordelijk. Volgens de Onderwijsinspectie vindt er te weinig overleg plaatst tussen de onderwijsinstellingen.
Basisvaardigheden
De basisvaardigheden worden ook weer uitgebreid aangekaart in het onderzoek van de Onderwijsinspectie. Scholen kijken bij de geschiktheid van zij-instromers onvoldoende naar de beheersing van reken- en taalvaardigheden. Vakdocenten moeten deze basisvaardigheden volgens de Onderwijsinspectie juist goed beheersen. Studenten krijgen dan een betere ondersteuning bij het ontwikkelen van de basisvaardigheden die zij nodig hebben in hun toekomstige beroep.