Mbo-scholen en gemeente Utrecht pleiten voor inclusiever taalgebruik in onderwijs

Termen als ‘laagopgeleid’, ‘afstromen’ en ‘opleidingsniveau’ moeten in de ban. Dat vinden mbo-scholen, de MBO-raad, JOBmbo en de gemeente Utrecht. Zij presenteerden een manifest waarin de partijen een oproep doen voor inclusiever taalgebruik in het onderwijs. Het manifest is aangeboden aan minister Robbert Dijkgraaf, meldt het DUIC.

Mbo-studenten in Utrecht zijn van mening dat er een negatief stigma rondom hun opleiding hangt. Dat is de reden waarom mbo-scholen en gemeenten zich in het manifest richten op andere gemeenten, onderwijs, politici en media. Zij moeten volgens het manifest beter nadenken over het gebruik van bepaalde woorden, zoals ‘op- en afstromen’ en ‘opleidingsniveau’, maar ook woorden als ‘doorstromen’ en ‘onderwijsrichting’ komen aan bod.

Volgens Johan Spronk, voorzitter College van Bestuur ROC Midden-Nederland, stelt dat dit soort negatieve taalgebruik impact heeft op studenten. “Ze ervaren uitsluiting en prestatiedruk, en hebben vaak een negatiever zelfbeeld.” Daarom moet er volgens hem gelijkwaardiger over de verschillende studierichtingen worden gesproken.  

Andere benamingen

Wethouder Dennis de Vries (mbo) in Utrecht, stelt dat de termen ‘lager’ en ‘hoger’ onderwijs een hiërarchie suggereren. “Maar het één is helemaal niet beter dan het ander”, aldus de wethouder.

Momenteel wordt er gewerkt aan officiële benamingen voor het mbo, hbo en wo. Dit moet vanuit het Rijk komen, maar mensen kunnen nu ook al wat doen. Zo wordt er in het manifest opgeroepen om nu al kritisch te kijken naar de benamingen in het onderwijs.

Manifest

Het manifest is ondertekend door landelijke en lokale partijen. De Utrechtse mbo-scholen zijn aangesloten, evenals de mbo-studentenraad SR030, de Utrechtse Onderwijsagenda, de landelijke MBO-raad en JOBmbo, LAKS, Leraren van het Jaar en de gemeente Utrecht.

Door: Nationale Onderwijsgids