Normal_peuter_spelen_kind_bal_opvang

Gemeenten voeren hun wettelijke taken rond toezicht en handhaving op de kinderopvang steeds beter uit. De positieve trend van de afgelopen jaren zette zich in 2015 voort. Gemeenten zijn ervoor verantwoordelijk dat de GGD jaarlijks alle kinderopvanglocaties controleert. In 97 procent van de locaties gebeurde dat inderdaad (tegen 96 procent een jaar eerder). Ook worden aanvragen in bijna alle gevallen tijdig afgehandeld. Dat meldt de Inspectie van het Onderwijs.

Bij de onderzoeken worden ook steeds minder overtredingen geconstateerd. Voor 2013 gaf de GGD in de helft van de gevallen aan de gemeente het advies om handhavend op te treden. In 2015 was dat nog maar in een kwart van de gevallen nodig. Het valt op dat bij grote kinderopvangorganisaties de locaties vaker in orde zijn dan bij kleine organisaties.

Hoofdinspecteur van de Onderwijsinspectie, Arnold Jonk, is tevreden over de ontwikkelingen: "Het laat zien dat gemeenten hun taken steeds serieuzer oppakken. Dat is belangrijk, want het gaat om het welzijn en de veiligheid van jonge kinderen. Ik maak me wel zorgen over een kleine groep locaties waar toezicht en handhaving geen effect lijken te hebben. We hebben dit bekeken bij gemeenten die hun zaakjes goed voor elkaar hebben. Daar zijn toch bij een op de vijf locaties twee tot drie jaar achter elkaar belangrijke tekortkomingen te zien. Onderzocht moet worden wat hiervan de oorzaken zijn, zodat gerichte oplossingen ingang kunnen worden gezet."

GGD'en moeten in opdracht van gemeenten in de gaten houden of opvang bij kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen, gastouders volgens de regels verloopt. Als GGD'en gebreken constateren, kunnen ze de gemeenten adviseren om handhavend op te treden. Ook zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bijhouden van het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). De inspectie ziet erop toe dat gemeenten hun wettelijke taken goed uitvoeren.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids