‘Kinderen moeten meer buitenspelen, maar gemeenten bezuinigen op speeltuinen’
Op de kinderopvang en basisschool spelen de kinderen dagelijks buiten. Daar zijn ook allerlei speeltoestellen te vinden. Een kwart van de ouders blijkt niet tevreden te zijn over de speelruimte in de woonomgeving van de kinderen. Bijna een derde van de kinderen vindt de speelruimte in hun woonomgeving saai. Gemeenten blijken te bezuinigen op speeltuinen in Nederland. En dat terwijl de rijksoverheid juist wil investeren om kinderen buiten te laten bewegen. Dat meldt Vakblad Vroeg.
Eén op de drie ouders (30 procent) geeft aan dat in hun woon- en leefomgeving te weinig rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van kinderen. In de stedelijke gebieden is dit 36 procent. Ouders geven aan dat kleine aanpassingen ervoor kunnen zorgen dat het buitenspelen voor de kinderen veiliger en leuker kan worden. Als voorbeeld noemen ze beter afgeschermde speeltuinen en meer speeltoestellen en speelruimte voor oudere kinderen. Ook zouden de kinderen meer avontuur willen in de speeltuin, dus meer speelruimte voor klimmen, klauteren of hutten bouwen.
70 procent van de Nederlandse kinderen in de leeftijd van zes tot tien jaar speelt dagelijks buiten, blijkt uit onderzoek in opdracht van Robinson’s Fruit Shoot. Verschillende organisaties zetten zich al in om onder meer schoolpleinen aan te pakken. Zo mag Jantje Beton binnenkort allerlei nieuwe schoolpleinen aanleggen die de kinderen uitnodigen om buiten te spelen. Jantje Beton gaat dan ook een groot onderzoek doen naar de speeltuinen in Nederland.
© Nationale Onderwijsgids
