
Militaire minor Hogeschool Utrecht krijgt veel kritiek te verduren
Hogeschool Utrecht start vanaf februari 2026 met een militaire minor. Studenten krijgen lessen over veiligheidsvraagstukken. Ook krijgen ze van Defensie een weerbaarheidstraining van tien weken aangeboden. Maar critici zijn hier niet zo heel blij mee. Dat meldt RTV Utrecht.
Naast je hoofdopleiding volg je vaak een minor met een aantal extra vakken. De militaire minor Weerbaar tegen hybride dreigingen wordt vanuit de opleiding Integrale Veiligheidskunde aan de Hogeschool Utrecht (HU) gegeven. Bij andere hogescholen en een universiteit wordt de minor ook aangeboden.
Hybride dreigingen
Studenten krijgen aan de Hogeschool Utrecht eerst tien weken lang college over hybride dreigingen. Ze leren van alles over drones, sabotage-acties en het verspreiden van desinformatie.
Nationale Weerbaarheidstraining
Na deze tien weken gaan de studenten de Nationale Weerbaarheidstraining volgen bij Defensie. Je leert daar in tien weken hoe het is om militair te zijn. Na die tien weken zijn de studenten reservist. Dat is een soort reserve-militair die door Defensie ingezet kan worden tijdens een crisis.
Volgens docent Jan Steenbrink heeft de minor meerdere voordelen. Studenten worden alerter op verschillende soorten dreigingen. En voor de toekomst van de studenten is het handig, aangezien ze vaak aan het werk gaan bij de gemeente of politie.
Kritiek
Universiteit hoofddocent aan de rechtenfaculteit Tilburg, Michiel Bot, vindt de minor geen goed idee. “Wat mij betreft leidt dit tot een vervaging van het cruciale onderscheid tussen universiteit en leger.” Volgens Bot is het noodzakelijk dat het leger en de samenleving gescheiden blijven. ‘Een onderwijsinstelling is een plek waar je pas op de plaats kunt maken en kritische vragen kunt stellen.”
Veel van Bot zijn collega’s aan de universiteit gaan mee in de samenwerking tussen het onderwijs en Defensie. Steenbrink snapt de kritiek van Bot wel. Maar, Defensie bemoeit zich niet met de lessen aan de hogeschool en de onderwijsinstelling doet dat ook niet met het militaire deel van de minor.