Examencommissies hoger onderwijs functioneren voldoende, maar toch zijn er zorgen
De meeste examencommissies in het hoger onderwijs functioneren naar behoren. Ze nemen zorgvuldige beslissingen. Ze zorgen ervoor dat de kwaliteit van de toetsen geborgd is. Ook nemen ze zorgvuldige beslissingen over onder meer vrijstellingen en fraude van individuele studenten. Ze doen dat vaak in goed overleg met het opleidingsmanagement. Een beperkt deel van de examencommissies voldoet echter niet aan alle wettelijke vereisten. Dat concludeert de inspectie in haar rapport ‘Verder vooruit. Examencommissies in een veranderend hoger onderwijs.’ Vanwege de snelle opkomst van generatieve AI en onderwijsinnovaties staan zij nu voor nieuwe uitdagingen. Dit vraagt extra inzet van de examencommissies. De inspectie heeft daarom op meerdere punten zorgen. Dat meldt de Inspectie van het Onderwijs.
Ten opzichte van het onderzoek uit 2015 is er vooral sprake van continuïteit in het functioneren van examencommissies. De vooruitgang is beperkt. Net als in 2015, blijkt ook uit dit onderzoek dat veel examencommissies onvoldoende gefaciliteerd worden door hun bestuur. Daardoor komen zij aan sommige taken minder toe. Met name de eigen professionalisering en het borgen dat alle eindkwalificaties getoetst worden, krijgen minder aandacht dan examencommissies zelf zouden willen. De inspectie verzoekt de besturen dan ook dringend de examencommissies beter te faciliteren. De inspectie beveelt de koepels aan een richtlijn voor facilitering te formuleren als handreiking voor besturen en examencommissies.
Professionalisering
Professionalisering van examencommissies is juist nu van groot belang. Zij staan voor vele uitdagingen. Onderwijsinnovaties zoals programmatisch toetsen en flexibilisering stellen nieuwe eisen aan het borgen van de toetsing. Hetzelfde geldt voor generatieve AI. De inspectie roept alle examencommissies en besturen in het hoger onderwijs op om kennis uit te wisselen over de omgang met generatieve AI. Studenten hebben behoefte aan duidelijkheid en mogen verwachten dat in hun opleiding aandacht wordt besteed aan de omgang met generatieve AI.
Geen formeel adviesrecht
Examencommissies hebben geen formeel adviesrecht bij de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de opleiding. Vaststelling van de OER is de taak van het bestuur. De inspectie vraagt de minister dit adviesrecht wel in de wet op te nemen voor onderdelen van de OER die de examens en tentamens betreffen. Het gaat dan bijvoorbeeld om vrijstellingsgronden en aangepaste routes. Nu is er soms sprake van uitholling van de bevoegdheden van de examencommissie. Ook zou een adviesrecht de risico’s van overhaaste invoering van onderwijsinnovaties kunnen beperken.
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Een deel van de instellingen in het hoger onderwijs leeft de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) niet volledig na. Daarom roept de inspectie alle besturen op om de naleving van de WHW bij de eigen instelling te controleren. Het gaat soms mis op de volgende punten:
de samenstelling van de examencommissies
de facilitering van de commissies door het instellingsbestuur
het overdragen van taken van de examencommissies aan management
het inhoudelijk borgen dat studenten voldoen aan de eindkwalificaties
Waarde van het diploma
De waarde van een diploma moet boven elke twijfel verheven zijn. En studenten moeten erop kunnen rekenen dat hun kennis, inzicht en vaardigheden valide en betrouwbaar worden getoetst. Daar zijn het bestuur, het management en de examencommissie samen verantwoordelijk voor. Wij roepen hen op ervoor te zorgen dat examencommissies hun rol nog beter kunnen vervullen. Nu en in de toekomst. Met de aanbevelingen in dit rapport wil de inspectie een nieuwe impuls geven aan het belangrijke werk van de examencommissies.