ECIO publiceert De Staat van Inclusief Onderwijs 2025
ECIO publiceert vandaag De Staat van Inclusief Onderwijs 2025 waarmee de stand van zaken rondom inclusief onderwijs in het hbo en wo in beeld wordt gebracht. Bijna tien jaar na de ratificatie van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap laat het rapport zien hoe hogescholen en universiteiten ervoor staan als het gaat om studenten met een ondersteuningsbehoefte. Het verdrag benadrukt gelijke kansen en toegankelijkheid en vormt daarmee een belangrijk kader voor ontwikkelingen in het onderwijs. ECIO beschrijft in dit rapport zowel de voortgang als de uitdagingen. De Staat van Inclusief Onderwijs biedt inzicht, laat zien wat werkt, waar verbetering nodig en geeft richting aan vervolgstappen in beleid en praktijk. Dat meldt het ECIO.
De beweging richting inclusie krijgt steeds meer vorm. Waar enkele jaren geleden de focus vooral lag op beleidsvoornemens en intenties, zetten onderwijsinstellingen nu concrete stappen in de implementatie van het VN-Verdrag Handicap. Dit rapport biedt inzicht in de huidige situatie, trends en ontwikkelingen, de knelpunten die we nog tegenkomen, en de verbeterkansen die we moeten aangrijpen. We delen kennis uit onderzoek over studeren met een ondersteuningsbehoefte, waaronder studenten met een functiebeperking, een chronische of psychische aandoening, en studenten die studeren onder bijzondere persoonlijke- en familieomstandigheden.
Acht elementen
Om hogescholen en universiteiten te ondersteunen bij de vertaalslag van het VN-verdrag naar de onderwijspraktijk, staan acht elementen centraal die als leidraad dienen voor de integratie van inclusie: onderwijssysteem, leeromgeving en cultuur, programma en toetsing, ondersteuningsaanbod, toerusting van professionals, overgang van en naar onderwijs, samenwerking op landelijk en regionaal niveau, en monitoring en datagebruik. Met deze elementen maken we de voortgang zichtbaar en benoemen we kansen voor verbetering.
Randvoorwaarden
In dit rapport benoemen we verschillende randvoorwaarden die nodig zijn om studenten optimaal te laten studeren. Drie belangrijke randvoorwaarden zijn beleidsmatig draagvlak, fysieke en digitale toegankelijkheid, en sociale veiligheid. Positieve ontwikkelingen zijn zichtbaar op het gebied van beleidsmatig draagvlak, met steeds meer onderwijsinstellingen die inclusie opnemen in hun beleidsstukken. Toch blijft het een uitdaging om deze visie om te zetten in concrete veranderingen binnen het onderwijssysteem, wat vraagt om tijd en een cultuurverandering. Op het vlak van sociale veiligheid zijn er stappen gezet, maar het blijkt dat niet alle studenten voldoende begrip ervaren voor hun situatie. De fysieke en digitale toegankelijkheid is verbeterd, mede door wetgeving zoals de WCAG en de Europese Toegankelijkheidsakte, maar onderwijsinstellingen blijven afhankelijk van externe leveranciers voor digitale leeromgevingen.
Ondersteuningsbehoefte
Veel studenten met een ondersteuningsbehoefte zijn afhankelijk van voorzieningen om goed deel te nemen aan het onderwijs. Het sociale model wordt steeds breder omarmd, maar veel studenten blijven afhankelijk van voorzieningen. Informatievoorziening blijft een belangrijk thema, waarbij nog steeds 1 op de 6 studenten niet weet waar zij relevante informatie kunnen vinden over de beschikbare ondersteuning. Er is daarnaast een toenemende urgentie rondom toetsvoorzieningen. De opkomst van AI heeft mogelijk invloed op de toename van toetsvereisten, zoals het verplicht afleggen van toetsen op locatie in grote zalen. Inclusief toetsontwerp zou het aantal studenten dat afhankelijk is van voorzieningen kunnen verminderen.
Uitvoering inclusief onderwijs
Docenten, onderwijs- en toetsontwikkelaars spelen een cruciale rol in de uitvoering van inclusief onderwijs. De professionalisering van deze groep is essentieel, maar bezuinigingen maken dit een uitdaging. Er is minder budget voor professionalisering, en de tijd en beschikbaarheid van docenten spelen een rol. Toch blijkt uit de cijfers dat veel onderwijspersoneel enthousiast is over hun werk, hoewel werkdruk door een kwart van de docenten als zorg wordt ervaren.
Inclusief onderwijs is een langdurig proces dat structurele veranderingen vereist. Monitoring speelt een sleutelrol in het meten van de effectiviteit van onderwijsaanpassingen. Het opzetten van een goed monitoringsysteem is complex, maar essentieel. Het vergt betrouwbare data en een cultuur waarin monitoring als een waardevol instrument wordt gezien voor verbetering. De Staat van Inclusief Onderwijs vervult een stimulerende rol door trends en ontwikkelingen jaarlijks in kaart te brengen en thema’s te belichten waarvoor nog onvoldoende gegevens beschikbaar zijn.
Ondanks de groeiende bewustwording en verbeteringen blijven veel studenten met een ondersteuningsbehoefte afhankelijk van voorzieningen, wat aangeeft dat de transitie naar inclusief onderwijs nog niet volledig is doorgevoerd.
Leidraad voor verdere verbeteringen
ECIO roept beleidsmakers, onderwijsprofessionals en alle betrokkenen op om de inzichten uit dit rapport te gebruiken als leidraad voor verdere verbeteringen. Alleen door gezamenlijke inspanning kunnen we zorgen voor onderwijs dat daadwerkelijk inclusief is, waarin elke student, ongeacht zijn of haar ondersteuningsbehoefte, gelijke kansen krijgt om zich optimaal te ontwikkelen.