Geluksgevoel en tevredenheid bij jongvolwassenen afgenomen
20 april 2022 om 08:18
2 minuten lezen

Geluksgevoel en tevredenheid bij jongvolwassenen afgenomen

In het onderzoek Sociale samenhang en Welzijn wordt aan mensen van 18 jaar of ouder gevraagd zichzelf een rapportcijfer te geven op twee aspecten van subjectief welzijn: geluk en tevredenheid. Degenen die hiervoor een 7 of hoger geven worden als gelukkig of tevreden beschouwd.

Hoewel zowel geluk als tevredenheid na 2019 dalen, prijst nog steeds een ruime meerderheid van de volwassenen (86 procent) zichzelf gelukkig, en is 84 procent tevreden met het leven. In 1997 kenden 18- tot 25-jarigen nog het hoogste percentage gelukkigen van alle leeftijdsgroepen, in 2021 hebben zij juist het laagste aandeel gelukkigen. Voor tevredenheid is dat vergelijkbaar: 77 procent van hen was tevreden in 2021 (het laagste van alle leeftijdsgroepen), tegen 85 procent in 1997.

Zingeving 

Naast geluk en tevredenheid is zingeving het derde gemeten aspect van subjectief welzijn. Hierover zijn alleen in 2020 vragen gesteld. Het overgrote deel van de volwassenen (92 procent) vindt het leven de moeite waard, en heeft het gevoel iets bij te dragen aan de samenleving (74 procent). Mensen zijn daarbij stelliger als het gaat om het leven de moeite waard te vinden; meer dan de helft van de 18-plussers (53 procent) is het hier helemaal mee eens. Ruim 23 procent is het helemaal eens met de stelling dat ze het gevoel hebben iets bij te dragen aan de maatschappij.

Van de 18-plussers die zichzelf niet als gelukkig zien, vindt 63 procent toch dat het leven de moeite waard is. Van degenen die niet aangeven tevreden te zijn met het leven vindt 66 procent dat. Ook heeft van degenen die zichzelf niet als gelukkig of tevreden zien, bijna de helft (beiden 47 procent) het gevoel iets bij te dragen aan de samenleving.

Bijdragen aan de maatschappij 

Zowel 18- tot 25-jarigen als 75-plussers hadden in 2020 naar verhouding het minst vaak het gevoel iets bij te dragen aan de maatschappij. Bij jongeren (18 tot 25 jaar) houdt het verschil met de 25- tot 35-jarigen verband met het feit dat ze hun opleiding vaak nog niet hebben afgerond, bij ouderen speelt mee dat ze meestal niet meer werkzaam zijn. Hoogopgeleiden, mensen met een hoger inkomen, gehuwden en mensen die werkten of vrijwilligerswerk deden vonden het leven vaker de moeite waard, en hadden vaker het gevoel iets bij te dragen aan de samenleving. Alleenstaanden ervoeren juist relatief minder zingeving.

Door: Nationale Onderwijsgids 

Relevante artikelen

Alles van mbo
    • Corona-dossier

    Onthaasten

    18 augustus 2025 om 08:21
    • Corona-dossier

    Soms zeg je meer wanneer je luistert

    1 juli 2025 om 07:08

Aankomende evenementen

22 Sep
Webinar ‘Burgerschapsbeleid in de praktijk’
  • Utrecht
24 Sep
Nederlands Congres Schoolaanwezigheid 2025
  • Gelderland
24 Sep
Opleiding: Spanningen op school
  • Utrecht