Kabinet gaat bezuinigen en dat treft ook het onderwijs

Het onderwijs ontkomt niet aan de voorgenomen bezuinigingen van het kabinet. Het kabinet gaat onder meer snijden in loon- en prijscompensatie. Op die manier kunnen ze de stijgende overheidsuitgaven beteugelen. Dat meldt de AOb.

Doordat de inflatie niet volledig wordt gecorrigeerd lopen het primair en voortgezet onderwijs de komende jaren zo’n 560 miljoen euro mis. Daar komt een bezuiniging van 111 miljoen bij op ‘ondersteunende infrastructuur’ en ook wordt er gesneden op subsidies voor de zij-instromer. In het hoger onderwijs zijn vooral studenten de dupe. Het stopzetten van de halvering van het collegegeld voor eerstejaars vanaf september 2024 levert zo’n 450 miljoen euro op. Deze maatregel was overigens al eerder door het kabinet aangekondigd.

Andere keuzes moeten maken 

Volgens AOb-voorzitter Tamar van Gelder had het kabinet andere keuzes moeten maken. “Nu kachelen we weer achteruit omdat het kabinet de inflatie voor het onderwijspersoneel niet compenseert. Juist in een sector waar het personeelstekort enorm is, mensen wegrennen en de resultaten dalen, zou er geen twijfel moeten zijn over het compenseren van de inflatie op de salarissen.”

Zij-instromers 

Volgens Van Gelder betekenen de maatregelen dat het onderwijspersoneel er qua salaris weer op achteruitgaat. Maar een doorn in het oog van de AOb is ook dat er gesneden wordt op de subsidies die zij-instromers juist moeten helpen. “In de nota zie ik een bezuiniging staan, dat is heel raar als iedereen constateert dat de tekorten zo hoog zijn. Ook de overheid zou de rode loper moeten uitrollen voor iedereen die in het onderwijs aan de slag wil.”

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk