Ministerie trekt extra geld uit voor herstel van koopkracht studenten

 Alle kinderen en jongeren moeten alle kansen kunnen krijgen, ongeacht waar je woont, het inkomen van je ouders of de omstandigheden waarin je opgroeit. Daarnaast is het belangrijk dat studenten de rust en ruimte hebben om zichzelf te ontwikkelen. Ook is er extra aandacht voor de culturele sector om te groeien en te vernieuwen. Dit meldt Rijksoverheid. 

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zet extra geld in voor het herstel van koopkracht onder studenten. Het kabinet trekt hier incidenteel 500 miljoen euro voor uit. Dit komt neer op 165 euro per maand bovenop de aangekondigde basisbeurs voor uitwonende mbo-, hbo- en universitaire studenten voor het studiejaar 2023/2024. Dit hangt samen met de geplande herinvoering van de basisbeurs.

Hoger onderwijs en wetenschap

Om ervoor te zorgen dat Nederland als kennisland in de wereldtop blijft, investeert het kabinet extra in hoger onderwijs en wetenschap. Het piept en kraakt in het hoger onderwijs en onderzoek en daarom zijn er forse investeringen nodig voor meer ruimte voor jonge onderzoekers, voor het opleiden van talent, voor begeleiding van studenten, studentenwelzijn en in een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Hiervoor is 500 miljoen euro extra per jaar beschikbaar. De komende tien jaar wordt daarnaast ook nog 5 miljard euro extra geïnvesteerd in hoger onderwijs en wetenschap, het zogenaamde wetenschapsfonds.

Kansengelijkheid in het mbo

Mbo'ers hebben de sleutel in handen op een paar heel belangrijke dossiers van onze toekomst. Zo is de maatschappelijke vraag op dit moment groot naar vakmensen uit het mbo. Daarnaast is de emancipatie van het mbo een belangrijk thema. Het kabinet maakt zo’n 350 miljoen euro structureel vrij voor het mbo. Het gaat met name om het vergroten van kansengelijkheid, betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en het geven van een impuls aan de kwaliteit en innovatie.

Primair en voortgezet onderwijs

Het kabinet investeert in totaal 3,3 miljard euro extra in het primair en voortgezet onderwijs, ten opzichte van de vorige periode. Beter lezen, schrijven, rekenen en meedoen in de samenleving, oftewel het verbeteren van de basisvaardigheden: jaarlijks wordt hier 1 miljard euro extra voor uitgetrokken. Essentieel hierbij is dat er genoeg leraren, schoolleiders en onderwijsondersteuners zijn die hun vak goed kunnen uitoefenen.

In het dit jaar afgesloten Onderwijsakkoord is daarom afgesproken dat leraren en ander personeel in het primair onderwijs evenveel gaan verdienen als hun collega’s in het voortgezet onderwijs. Het gaat om een investering van 919 miljoen euro. Daarnaast wordt er onder andere 300 miljoen euro geïnvesteerd in het aanpakken van de werkdruk in het voortgezet onderwijs. Voor het bijscholen van leraren en schoolleiders is extra ruimte gecreëerd, namelijk 128 miljoen structureel.

Om ervoor te zorgen dat elk kind optimaal kansen kan pakken, trekt het kabinet de komende jaren in totaal 1 miljard euro uit. Daarvan is nu 34 miljoen euro belegd in het programma School & Omgeving, waarin tienduizenden leerlingen naast hun reguliere lessen op en rondom school extra activiteiten en ondersteuning aangeboden krijgen.

Door: Nationale Onderwijsgids