verbeterde ondersteuning naast niet uitgekomen verwachtingen

De invoering van passend onderwijs in 2014 heeft de organisatie van de ondersteuning van leerlingen en studenten verbeterd. Bij leraren en ouders heeft de stelselwijziging verwachtingen gewekt maar minder opgeleverd dan gedacht. Het effect op leerlingen en studenten is niet goed vast te stellen. Dit blijkt uit het eindrapport van het vijfjarige evaluatieonderzoek passend onderwijs dat op 27 mei is overhandigd aan Directeur-generaal po en vo, Alida Oppers. Dit meldt NRO.

Passend onderwijs heeft als doel om alle leerlingen en studenten in het basis-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs die extra ondersteuning nodig hebben een passende onderwijsplek te bieden. Vijf jaar onderzoek naar de impact van passend onderwijs laat zien dat het voor verschillende betrokkenen verschillende effecten heeft gehad.
 
Op het niveau van het stelsel heeft passend onderwijs geleid tot een betere organisatie van de extra ondersteuning. In de meeste regio’s zijn er voldoende voorzieningen voor leerlingen: er is een ‘dekkend aanbod’. Voor de rijksoverheid zijn de kosten beheersbaar geworden. Scholen waarderen de beleidsvrijheid die ze hebben gekregen, maar zeggen wel nog last te hebben van bureaucratie – en soms van een te krap budget. Mbo-instellingen zijn mede door de verruiming van hun financiële mogelijkheden positief over passend onderwijs, maar lopen ook tegen grenzen van hun ondersteuningsmogelijkheden aan. Bij leraren en ouders heeft de stelselwijziging – en een belofte van ‘passend’ onderwijs – verwachtingen gewekt die niet zijn waargemaakt. En het effect ervan op leerlingen en studenten is niet goed vast te stellen.
 
Scholen ervaren dat het lastig is om goede afspraken te maken met jeugdhulpverleners over ondersteuning van leerlingen die dat nodig hebben. Scholen en ouders hebben last van discussies die soms ontstaan over wie welke kosten moet dragen.
 
Passend onderwijs heeft strikt genomen weinig directe gevolgen gehad voor het handelen van leraren, dus voor hun dagelijkse praktijk. Landelijk gaan er niet substantieel meer leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften naar het regulier onderwijs en leraren hebben niet substantieel meer hulp gekregen bij het ondersteunen van deze leerlingen. Leraren ervaren wel meer belasting en schrijven dat toe aan passend onderwijs. Het percentage leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften is niet gestegen, wel zijn er aanwijzingen dat problemen complexer zijn geworden.
 

Onderzoeksprogramma Evaluatie Passend Onderwijs

Het evaluatieonderzoek is op verzoek van het ministerie van onderwijs en onder regie van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) uitgevoerd door een breed consortium van zeven onderzoeksinstituten. 
 
Door: Nationale Onderwijsgids