Normal_wetenschap_onderzoek_research_scheikunde

Het aantal vrouwen dat een academische topfunctie bekleedt, loopt nog ver achter op het aantal mannen met een beroep als universitair hoofddocent of hoogleraar. Dit blijkt uit de monitor die het Landelijke Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) vandaag voor de vijfde maal presenteert. Volgens de LNHV laat het aandeel vrouwen wel een stijging zien maar op dit tempo is er pas over ruim veertig jaar sprake van sekse-gelijkheid in de wetenschap. Uit de gegevens blijkt dat vrouwen nog steeds minder kans maken op een promotie tot hoogleraar. Ook het salaris van vrouwen in de wetenschap ligt veel lager dan bij hun mannelijke collega's. Dit meldt de Volkskrant.

Volgens hoogleraar Marise Born, bestuurslid van de LNVH, is het probleem niet dat er te weinig vrouwen zijn met de potentie en kwalificaties voor het hoogleraarschap. Van het aantal studenten dat afstudeert aan de universiteit is meer dan de helft vrouw. Maar net als in het bedrijfsleven kent de wetenschap een dik glazen plafond onder de top, aldus Born.

Toch stromen steeds meer vrouwen door van promovendus naar universitair docent en vervolgens naar hoofddocent, zegt Born. Op dit moment zijn er volgens Born ruim 550 vrouwelijke hoofddocenten die het potentieel hebben om hoogleraren die met emeritaat gaan op te volgen. Toch maken zijn minder kans dan kwalitatief gelijkwaardige mannelijke collega's door de toegepaste selectieprocedures op universiteiten. Uit onderzoek zou blijken dat de beoordelingscriteria beter passen bij eigenschappen die volgens het stereotype vooral bij mannen voorkomen.

De LNVH is voorstander van een vrouwenquotum in de wetenschap door de sekseverhoudingen op een universiteit mee te laten wegen in de SEP-kwaliteitsbeoordelingen van de KNAW en het NWO.    Een verplicht aantal gekwalificeerde vrouwelijke sollicitanten zou al een verbetering opleveren, denkt Born.

Ui de nieuwe monitor blijkt daarnaast dat vrouwelijke hoogleraren opmerkelijk vaker fulltime werken dan hun mannelijke collega's. Born denkt dat vrouwen met hoge ambities, wellicht noodgedwongen, “tot het gaatje gaan voor hun werk, ten koste van veel”.  Born is daarom ook niet langer voorstander van individuele carrièrepaden voor onderzoekers, de zogenoemde tenure tracks. “De eisen die dat aan inzet blijkt te stellen, laten bijvoorbeeld geen ruimte voor zwangerschap”, aldus Born.

© Nationale Onderwijsgids