De verschillen tussen BOL en BBL opleidingen; uitgelegd

Deze term staat voor Beroepsbegeleidende Leerweg. Bij deze opleidingsvorm leer je terwijl je werkt en leer je aanvullende theorieën tijdens het studeren. De verhouding ligt op 80-20. Dit wil zeggen dat je 80 procent van de tijd aan het werk bent en de andere 20 procent aan het studeren bent. Je doet je praktijk niet zomaar bij een bedrijf, maar bij een erkend leerbedrijf. Je verdient net zoals andere werknemers ook maandelijks je salaris, maar je gaat daarnaast ook naar school voor het leren van de theorie. 

 

Erkende leerbedrijven zijn alleen in staat om een leerling te begeleiden bij de werkzaamheden en te zorgen dat het een goede vakman of vakvrouw wordt. Deze bedrijven moeten aan een aantal eisen voldoen voordat ze een erkend leerbedrijf zijn.

 

Als leerling is het van belang dat er een portfolio bijgehouden wordt. In het portfolio wordt bijgehouden welke vaardigheden zijn geleerd tijdens de opleiding en welke vaardigheden hij of ze ook heeft toegepast. Deze studievorm wordt vooral gekozen door leerlingen die het leuker vinden om aan het werk te zijn en daarnaast bij te leren in plaats van alleen theoretisch bezig te zijn.

 

Je hebt tegenwoordig erg veel BBL opleidingen zoals de installatietechniek opleiding, horeca opleidingen of bijvoorbeeld zorg-specifieke opleidingen.  

 

BOL staat voor Beroepsopleidende Leerweg. In dit geval is er meer school dan praktijk. De verhouding ligt op 30-70. Dit wil zeggen dat je 30 procent aan het werk bent en 70 procent van de tijd naar school gaat. Werk wordt meestal gedaan in stagevorm. Als student ontvang je dan wel een stagevergoeding. Er wordt een stageovereenkomst gesloten en je krijgt een vaste stageplaats.

 

Ook in dit geval kan stage alleen worden gedaan bij een erkend leerbedrijf. Dit is omdat de student zich wel moet kunnen ontwikkelen tot werknemer en vakman of vrouw. Hier is begeleiding voor nodig en dat kan alleen een erkend leerbedrijf bieden.

 

De BOL methode is vooral geschikt voor leerlingen die het liefste nog naar school willen en theoretisch leren leuk vinden. Deze leerlingen willen nog niet direct aan het werk, maar vinden het wel leuk om werkervaring op te doen.

 

Alhoewel er verschillen zijn tussen de twee opleidingsmogelijkheden, is het voornaamste doel om ervoor te zorgen dat leerlingen zowel theoretisch als praktisch bezig zijn.