Te kleine basisscholen kunnen nu toch openblijven met experimenteel plan

De gemeente Hoogezand-Sappemeer wilde de school sluiten omdat het aantal van 34 leerlingen te laag was om kostendekkend te zijn. De dorpsvereniging zocht echter contact met de Verenigde Zelfstandige Dorpsscholen (VZD). Deze vereniging is opgericht om de laatste scholen op het platteland te helpen te blijven bestaan.  Dit doen zij op de volgende manier: kleine scholen scheiden zich af van hun huidige schoolbestuur, en sluiten zich aan bij de VZD. Die vormt kringen van zeven scholen, die een eigen bestuur krijgen, en door het Rijk bekostigd worden. Die kringen kunnen, mede door de inzet van dorpsbewoners, de scholen wél op een rendabele manier exploiteren. Staatssecretaris Dekker van Onderwijs heeft de VZD als volwaardig schoolbestuur erkend en steunt, met de overgrote meerderheid in de Tweede Kamer, de plannen. Met het plan wordt goed basisonderwijs in kleine gemeenschappen gegarandeerd en versterkt het die gemeenschappen. 

 

De Jan Ligthartschool is nu de eerste school die vanaf volgend jaar op deze manier gaat draaien. Maximaal zes andere scholen die aan de voorwaarden voldoen kunnen zich aansluiten bij de Westerbroekse school. Het is de bedoeling dat uiteindelijk overal in Nederland van deze ‘schoolkringen’ ontstaan.