Schoolplein voor 37 procent van de basisschoolkinderen niet groen genoeg

Zo’n 37 procent van de Nederlandse kinderen in de basisschoolleeftijd klaagt thuis wel eens over het schoolplein. Dat blijkt uit een onderzoek onder duizend Nederlandse vaders en moeders dat in opdracht van Jantje Beton en Praxis is uitgevoerd door Motivaction. Volgens ongeveer de helft van de bevraagde ouders bestaat de speelplaats van hun kroost te veel uit tegels en is er niet genoeg groen. Om die reden slaan de doe-het-zelfketen en Jantje Beton de handen ineen om samen schoolpleinen te vergroenen. Dat meldt Koolhoven en Partners. 

Van de bevraagde ouders zegt bijna een derde dat er maar weinig groen is op het schoolplein van hun kinderen. Ongeveer tien procent zegt dat de speelplaats zelfs compleet versteend is. Desgevraagd geeft een kwart van de ouders het schoolplein waar hun kinderen tijdens de pauze buitenspelen een onvoldoende wat de aanwezigheid van groen betreft. Het gemiddelde cijfer komt uit op een 6,5, een magere voldoende. De meest gehoorde klacht van ouders (bij 38 procent) is dat er überhaupt groen ontbreekt in de vorm van bomen, struiken of een grasveldje. Een derde mist natuurelementen als boomstronken, paadjes met houtsnippers of een zandberg. Ruim 30 procent vindt dat het schoolplein wel een vogelhuisje of insectenhotel kan gebruiken en hetzelfde percentage ouders geeft aan dat er te weinig of zelfs geen speeltoestellen zijn.

Geen schoolplein, maar een schooltuin 

“Eerder onderzoek suggereert sterk dat opgroeien in een groene omgeving veel voordelen kan hebben voor de ontwikkeling van kinderen, bijvoorbeeld in de vorm van een hoger IQ, een betere concentratie en minder gedragsproblemen”, aldus Marlies Bouman van Jantje Beton. Die organisatie zet zich sinds 1968 in voor meer buitenspeelgelegenheden voor kinderen in Nederland. “Ook maken kinderen die in een groene omgeving spelen een betere motorische ontwikkeling door en zijn zij meer divers en creatief in hun spel. Eigenlijk moeten we van het begrip ‘schoolplein’ toe naar een soort ‘schooltuin’.”

Ouders 

Ook ouders zien veel voordelen in een groenere buitenspeelomgeving voor hun schoolgaande kroost. Misschien wel het belangrijkst: ongeveer 60 procent van de vaders en moeders verwacht dat hun kinderen gelukkiger worden van een groener schoolplein. Ook is een grote meerderheid van mening dat er voor hun kinderen meer te doen en te ontdekken is op een groen schoolplein dan op een volledig betegelde speelplaats. Een ruime meerderheid (64 procent) verwacht dat hun kinderen op een creatievere manier gaan spelen en ruim twee derde (70 procent) denkt dat hun kinderen op een groener plein hun fantasie meer kunnen gebruiken. Ook denken de meeste ouders dat een groener schoolplein de optie van buitenspelen aantrekkelijker maakt ten opzichte van ander tijdverdrijf en dat het de interesse van hun kinderen in de natuur en het milieu vergroot.

Financiële bijdrage voor de vergroening van het schoolplein 

Zodoende dragen veel ouders daar graag iets aan bij. Ruim de helft van de ondervraagden zegt graag een dagje als vrijwilliger te willen helpen, bijvoorbeeld door tegels te wippen. Zo’n 70 procent is bereid om een financiële bijdrage te doen voor de vergroening van de speelplaats op school. “De cijfers uit het onderzoek laten zien dat veel scholen in Nederland grote stappen kunnen maken met het groen op hun plein”, aldus Corine Duchenne, directeur van Praxis. “En dat geldt natuurlijk niet alleen voor schoolpleinen, maar ook voor alle tegeltuinen in Nederland.” Onlangs bleek al dat bijna een derde van de mensen met een tuin graag wat tegels willen verruilen voor meer groen. Om de vergroening van Nederland te stimuleren, voert Praxis momenteel de campagne Van grijs naar groen. 

Grijze schoolpleinen aanpakken 

Marlies Bouman van Jantje Beton: “We hopen dat de kinderen en ouders van Nederland worden geïnspireerd om de grijze schoolpleinen samen aan te pakken en dat er steeds meer schoolpleinen groen kleuren. Zeker in dit seizoen kun je zien hoeveel fijner en mooier straten en pleinen daarvan worden.”

Door: Nationale Onderwijsgids