Zestig pabostudenten hadden deze dag georganiseerd. Zij gaven workshops over het opgroeien in de grensregio en wat de voordelen hiervan zijn. Het doel was om leerlingen enthousiast te maken over het wonen in een grensregio.

Moeite doen om elkaar te verstaan 

Voor de Duitse en Nederlandse leerlingen was het erg spannend. Zij moesten moeite doen om elkaar te verstaan. Daar hadden de pabo-studenten ook last van, zij moesten ook veel met gebaren doen. Een tweedejaars pabostudent geeft aan dat ze helemaal geen Duits spreekt. “Ik ben blij dat er een paar mensen bij ons in de klas zitten die iets beter Duits spreken.”

Duits en Nederlands lijken op elkaar 

De leerlingen kwamen er tijdens de workshops achter dat veel Duitse en Nederlandse woorden op elkaar lijken. Groep 7-leerling Roan praatte ook gewoon Gronings tegen de aanwezige Duitse leerlingen, met succes. Naast Gronings en Duits werd er ook Engels gesproken. Myrthe uit groep 7 vond dat een stuk makkelijker dan Duits.

Grensregio 

Omdat veel van de aanwezige leerlingen uit Duitsland in de grensregio wonen, spreken ze een beetje Nederlands. Ze komen vaak naar Nederland om boodschappen te doen. De Nederlandse basisschoolleerlingen vinden het zelf ook erg belangrijk om de Duitse taal te leren. Maar om nu zelf in Duitsland te gaan wonen, dat hoeft niet per se.

Lea Timmer van de Eems Dollard Regio hoopt dat de leerlingen over een paar jaar nog eens terugdenken aan de ‘buurtalendag’. Daarnaast hoopt ze ook dat de leerlingen straks op de middelbare school kiezen voor het vak Duits.

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk