Leraren ontwikkelden verschillende manieren om buitenschoolse kennis, ervaringen, vaardigheden en talenten van leerlingen te ontdekken. De belangrijkste buitenschoolse bronnen waar leerlingen hun kennis aan ontlenen bleken populaire cultuur en allerlei vormen van vrijetijdsbesteding (bijvoorbeeld computer games, rap muziek, dans en sport), en het gezin en de gemeenschap waaruit zij afkomstig zijn (bijvoorbeeld over taal, religie, reizen, huisdieren, gereedschap, emoties).
Leraren maakten in hun lessen gebruik van de buitenschoolse kennis van leerlingen, door een bepaalde leerling een rol als expert in een gesprek, les of project te geven, of door een onderwerp of werkvorm te kiezen dat aansloot bij de interesse van een grotere groep leerlingen. De leeractiviteiten die hieruit voortvloeiden varieerden van korte gesprekken in de les tot hele projecten, die resulteerden in bijvoorbeeld een musical, voorstelling of tentoonstelling.
Positieve effecten
Leraren zagen positieve effecten op de sociale en persoonlijke ontwikkeling van hun leerlingen. Ze constateerden dat leerlingen veel leerden over zichzelf en elkaar, zagen positieve effecten op de betrokkenheid van leerlingen in de les, hun leerhouding en leergedrag, samenwerkingsvaardigheden en zelfvertrouwen. Ook zagen ze dat sommige leerlingen nieuwe ambities en een bredere blik ontwikkelden. Leerlingen bevestigden deze effecten in interviews. Daarnaast gaven leraren aan dat leerlingen elkaar beter leerden kennen door de aandacht voor hun buitenschoolse kennisbronnen. In sommige klassen ontstond volgens de leraren een veiligere en positievere sfeer, meer onderling respect en gingen leerlingen beter met elkaar om. Ook leerlingen zelf gaven aan dat ze andere kanten van elkaar leerden kennen, en benoemden de positieve sfeer in de klas bij de activiteiten die gerelateerd waren aan hun buitenschoolse kennisbronnen.
Leraren noemden ook positieve effecten voor zichzelf: ze leerden andere kanten van hun leerlingen kennen en versterkten naar eigen zeggen hun band met individuele leerlingen en met de klas als geheel. Ook verbeterde de relatie met sommige ouders.
Door: Nationale Onderwijsgids