29 maart 2018 om 08:34
< 1 min lezen
Onderwijsorganisaties blijven hameren op één basisvoorziening voor alle peuters
De opvang van peuters moet anders worden aangepakt. Er moet één basisvoorziening komen voor alle kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Rinda den Besten (PO-Raad) en Sharon Gesthuizen (Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang) leggen uit waarom. Dit meldt Trouw.
In een opiniestuk in Trouw leggen de voorzitters uit waarom er één peutervoorziening moet komen. Zij vinden het jammer dat peuters al op vroege leeftijd gescheiden worden door de verschillende mogelijkheden voor opvang in de buurt, zoals reguliere kinderopvang en een voorschool. Op deze manier groeien peuters niet samen op.
Bovendien richt het kabinet zich alleen op kinderen met een risico op achterstand. De PO-Raad, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Sociaal Werk Nederland, Brancheorganisatie Kinderopvang en Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang vinden echter dat niet alleen achterstandskinderen, maar alle peuters hier recht op hebben en ook baat bij hebben.
Zij hebben daarom een model ontwikkeld om kansengelijkheid voor alle peuters in Nederland te realiseren. Het model gaat uit van een integrale voorziening voor alle peuters in alle gemeenten van Nederland, inclusief de gewenste uitbreiding van 10 naar 16 uur per week, én blijft binnen de financiële kaders van het regeerakkoord.
Kinderopvang, peuterspeelzaal, onderwijs en gemeenten pleiten al jaren voor de organisatie van één voorziening voor alle peuters om ze allemaal een zo goed mogelijke start te geven. Ook de Onderwijsraad dringt aan op één peutervoorziening vanaf 2,5 jaar. Dit ligt in het verlengde van het advies van de Sociaal-Economische Raad van vorig jaar.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
