Bedrijfsmatige inrichting hoger onderwijs nadelig voor studenten met dyslexie
Dyslectische studenten hebben veel last van de bedrijfsmatige inrichting van het hoger onderwijs. Door de nadruk op het behalen van cijfers en diploma’s ondervindt deze groep een enorme druk. Studiebegeleiders zijn overbezet en studiefondsen zijn slecht bereikbaar, en informatieverwerking bij die groep studenten is juist het probleem. Dat blijkt uit een onderzoek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Dat meldt Scienceguide.
Studenten met dyslexie worden vaak gezien als geliefd onderzoeksobject, maar er wordt hen vaak niet gevraagd hoe zij hun studietijd beleven. De onderzoekers van de HAN hebben de doelen van 23 studenten met dyslexie aan twee hoger-onderwijsinstellingen bevraagd. Ze spraken ook met tien studiebegeleiders over de (on)mogelijkheden van deze groep studenten.
Eigen ontwikkeling en drang om te slagen
Op het persoonlijk vlak van de studenten was de eigen ontwikkeling en de drang om te slagen het belangrijkste. Maar deze eigenschappen worden geremd door de obstakels die ze ondervonden, zoals de tijdsdruk bij geschreven studieopdrachten of onwil aan de kant van de staf en instituut
Lezen en schrijven
Op institutioneel niveau liepen studenten met dyslexie aan tegen de noodzaak tot lezen en schrijven. Zij hebben hiervoor extra tijd nodig, zeker bij Engelstalig onderwijs. Met die extra tijd kost het de studenten minder moeite om in het Nederlands te spreken of hun scriptie te schrijven.
Randvoorwaarden
De bevindingen van de onderzoekers komen grotendeels overeen met eerdere studies naar dyslexie. Om de omgeving bewust te maken van de behoeften van studenten met dyslexie is het volgens de onderzoekers noodzakelijk om te investeren in diverse randvoorwaarden. Dat kan een dialoog zijn tussen de studenten en hun omgeving over verwachtingen en doelen.
De studenten met dyslexie hebben behoefte aan flexibiliteit, kleine klassen en een intensieve omgang met de stad of studiebegeleiders. De financiering van het hoger onderwijs wil een efficiënte doorstoom. Dat kan wel nadelig zijn voor diversiteit, kansengelijkheid, studentenwelzijn en toegankelijkheid.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk
