Lerarentekort daalt wel, maar vooral in de Randstad is er nog een groot probleem
Het lerarentekort in het basisonderwijs is in twee jaar tijd gedaald van 9.800 voltijdbanen naar 5.800. Binnen het voortgezet onderwijs is het lerarentekort ook afgenomen. Dat blijkt uit de jaarlijkse Trendrapportage Arbeidsmarkt Leraren. Dit rapport heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar de Tweede Kamer gestuurd. Dat meldt NRC.
Ongeveer 237.000 Nederlanders werken als leraar in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Op basisscholen is er nu een lerarentekort van 5.800 fte, terwijl dat in 2024 7.700 fte was en in 2023 zelfs 9.800 fte.
Binnen het voortgezet onderwijs is het lerarentekort gedaald van 3.800 fte naar 2.200 fte. Voor de vakken wiskunde, natuurkunde, scheikunde, informatica, Nederlands, Duits, Frans en Klassieke talen blijft het lastig om leraren te vinden.
Tekort aan schoolleiders
Het tekort aan schoolleiders is in het basisonderwijs ook afgenomen van 850 fte naar 461 fte. In het voortgezet onderwijs nam het tekort af van 200 fte naar 81 fte. Het lerarentekort is nog steeds het grootst in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Almere en Utrecht.
Nationaal Programma Onderwijs
Het Nationaal Programma Onderwijs (NOP) loopt af, dat is een regeling om leerachterstanden uit de coronapandemie weg te werken. Scholen ontvingen subsidie vanuit de Rijksoverheid. Van dat geld konden de scholen extra leraren inhuren.
Leraren gaan met pensioen
Het ministerie waarschuwt er wel voor dat over een aantal jaren de tekorten weer zullen oplopen. Steeds meer leraren bereiken de pensioenleeftijd, maar het aantal leerlingen neemt wel toe.
Pabo-studenten
De personeelstekorten in het onderwijs worden voor een deel weggewerkt door mensen die al eigenlijk met pensioen zijn, maar toch langer blijven doorwerken. Ook het aantal pabo-studenten is de laatste jaren toegenomen. Bijna 8.000 nieuw studenten begonnen in 2024 aan een pabo-opleiding. In 2015 waren dat er nog 5.100. Pabo-studenten werken ook tijdens hun opleiding al vaker in het onderwijs, als ‘echte’ baan en niet als stage.
Ongeveer 7.100 pabostudenten werken in 2024 in het primair onderwijs. De grootste groep was aan het werk als onderwijsondersteuner.