Fraudezaak HvA onderuit: rechter ziet geen bewijs voor plagiaat
De Hogeschool van Amsterdam heeft een student ten onrechte een fraude-aantekening opgelegd wegens vermeend plagiaat. De hoogste bestuursrechter, de Raad van State, oordeelt dat niet overtuigend is aangetoond dat de student daadwerkelijk heeft gefraudeerd. Zowel het besluit van de examencommissie als dat van het college van beroep voor de examens is vernietigd. Dit meldt HvanA.
De zaak betrof een student Commerciële Economie die in het studiejaar 2024-2025 het vak Koers bepalen 1 volgde. Dit vak bestaat uit drie sprints. De eerste twee rondde hij af in groepsverband, maar de derde moest hij onverwacht zelfstandig maken omdat de docent vond dat zijn inzet in de groep onvoldoende was.
Plagiaatmelding bij solowerk
Bij de beoordeling van die derde sprint stelde de examinator dat de opdracht voor een groot deel overeenkwam met andere werken, waaronder dat van de voormalige groepsleden. De examencommissie verklaarde het resultaat ongeldig en registreerde een fraude-aantekening in het studentendossier. Het administratief beroep van de student werd afgewezen, waarna hij naar de Raad van State stapte.
Twijfel moet in voordeel van student werken
De bestuursrechter benadrukt dat bij verdenking van fraude buiten redelijke twijfel moet vaststaan dat plagiaat is gepleegd. Omdat het vak zo is ingericht dat sprint 3 voortbouwt op eerdere opdrachten, is het hergebruiken van analyses en teksten volgens de rechter logisch en zelfs onderdeel van de opdracht. Dat geldt ook wanneer het eerdere werk in groepsverband is gemaakt. Als docenten vonden dat de student onvoldoende had bijgedragen, had dat destijds moeten worden gecorrigeerd.
Onvoldoende onderbouwing door HvA
De rechter is ook kritisch op de gebruikte plagiaatscan. Deze maakte niet duidelijk welke onderdelen problematisch waren. Tijdens de zitting kon bovendien niet helder worden toegelicht of de overeenkomsten betrekking hadden op nieuw werk of op eerder ingeleverd materiaal. Daarmee ontbreekt overtuigend bewijs dat de student plagiaat heeft gepleegd.
Gevolgen voor hogescholen
De fraude-aantekening en de ongeldigverklaring van de toets vervallen. Daarnaast moet de HvA ruim 3.100 euro aan proceskosten en het griffierecht vergoeden. De uitspraak benadrukt dat onderwijsinstellingen zorgvuldig moeten omgaan met verdenkingen van plagiaat, zeker bij groepsopdrachten en vakken die in stappen zijn opgebouwd. Een plagiaatscan kan een signaal geven, maar vormt op zichzelf geen sluitend bewijs.