Tweede Kamer: gelijke behandeling gaat boven de vrijheid van onderwijs
Een meerderheid van de Tweede Kamer vindt dat Artikel 1 van de Grondwet boven de vrijheid van ouders gaat om scholen met een religieuze grondslag op te richten. De Tweede Kamer steunt een motie van VVD-Kamerlid Kisteman. Dat meldt de NOS.
Sommige reformatorische en islamitische scholen geven les aan leerlingen waarin wordt uitgelegd dat vrouwen niet in alles gelijk zijn aan mannen of dat homoseksualiteit een zonde is.
Gelijkheid en verdraagzaamheid
Scholen die deze waarden uitdragen botsen met de democratische waarden als gelijkheid en verdraagzaamheid. Leerlingen die worstelen met hun seksualiteit lieten aan Nieuwsuur weten dat ze daar niet voor uit durven komen omdat ze zich niet veilig voelen op school.
Onderwijsvrijheid
Tijdens de verkiezingscampagne verdedigde CDA-leider Bontenbal in Nieuwsuur de onderwijsvrijheid. Hij liet weten dat de grondrechten best mochten botsen. Achteraf kwam hij daarop terug en liet hij weten dat hij voor deze leerlingen te weinig begrip had getoond.
Identiteit behouden
Scholen moeten van de Tweede Kamer nu de ruimte krijgen om hun eigen identiteit te behouden. Dit mag alleen nog leiden tot uitsluiting of het beperken van de vrijheid, gelijkwaardigheid of veiligheid van leerlingen.
Grondwet
De christelijke partijen CDA, SGP en ChristenUnie, maar ook de PVV, JA21 en Denk vinden het niet juist om het ene grondrecht belangrijker te maken dan het andere. De onderwijsvrijheid is ook geregeld in de Grondwet, in artikel 23. De partijen vinden dat alle artikelen die in Grondwet staan even belangrijk zijn.
Demissionair staatssecretaris Becking van Onderwijs gaat in het voorjaar van 2026 een brief aan de Kamer sturen. Daarin laat hij de Kamer weten hoe artikel 1 en 23 van de Grondwet zich tot elkaar verhouden. Tegenstanders hopen dan dat Becking de conclusie zal trekken dat er geen verandering noodzakelijk is.
