Studentenvereniging is niet de enige boosdoener bij middelengebruik studenten

Studenten die lid zijn van een studentenvereniging gebruiken sneller alcohol of drugs. Daar zit wel een kanttekening aan volgens de onderzoekers van het Trimbos-instituut. De woonsituatie van de studenten en sociale cohesie spelen eveneens een grote rol. Dat blijkt uit gesprekken met studenten en professionals. Dat meldt ScienceGuide.

In de literatuurstudie van het Trimbos-instituut komt naar voren dat alcoholgebruik, drugsgebruik (van bijvoorbeeld cannabis, cocaïne en speed), tabaksgebruik en het gebruik van e-sigaretten hoger is onder leden van studentenverenigingen dan onder niet-leden. Het wetenschappelijk onderzoek naar middelgebruik onder leden van studentenverenigingen komt voornamelijk uit Amerika. Het studentenleven ziet er daar heel anders uit dan hier in Nederland en er gelden andere regels omtrent drugs en alcohol. Het is daarom nog niet echt duidelijk in hoeverre de conclusies ook gelden voor de Nederlandse studentenverenigingen.

Middelengebruik 

De onderwijsprofessionals zien zelf geen verschil in middelengebruik tussen studentenverenigingen en andere studenten. Bij gezelligheidsverenigingen wordt er misschien meer gedronken, maar het alcoholgebruik bij studie- en sportverenigingen ligt ook hoog. Volgens de onderwijsprofessionals speelt leeftijd ook een rol, bij oudere verenigingen wordt meer gedronken.

Buitenlandse studenten 

Maar lid zijn van een studentenvereniging is niet de belangrijkste factor. Dat kan ook aan het type studentenvereniging, de vriendengroep, hoe een student woont en het uitgaansgedrag van die persoon liggen. De hoeveelheid studenten die wel drugs gebruiken worden ook altijd onder een vergrootglas gelegd in de media, dat zorgt voor een normaliserend effect. De studenten onderschatten volgens de preventieprofessionals vaak het gebruik van alcohol en drugs onder leeftijdsgenoten.  Buitenlandse studenten zouden het middelengebruik onder de Nederlandse studenten erg overschatten en daarom zelf heel veel drugs gebruiken. Dat bleek eerder dit jaar uit een Gronings onderzoek.

De negentien studenten die spraken met de onderzoekers zien zelf geen groot verschil in het middelengebruik tussen verschillende typen studentenverenigingen. Bij gezelligheids- of studieverenigingen lijkt alcoholgebruik hoger te zijn.

Alcohol en drugs 

De studenten geven aan dat alcohol en drugs vaak samengaan. Studenten gebruiken vaak drugs 3-MMC/4-MMC om nuchter te worden na alcoholgebruik. Zodat ze op een normale manier naar huis kunnen fietsen.

Studenten zelf noemen ook de invloed van groepen, vrienden en iemands woonsituatie als het gaat om het normaliseren van drugs. Maar de studenten zeggen zelf dat er eerder sprake is van groepsinvloed dan van groepsdruk. Studenten zullen sneller na een goede ervaring anderen aanraden om die ene drug te gebruiken. Studenten denken ook sneller dat drugs bij de studententijd hoort omdat er zo normaal over wordt gedaan.

Data 

De data van meer dan dertigduizend studenten werd bekeken door de onderzoekers van het Trimbos-instituut. Die gegevens kwamen uit de Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs (2023). In studentenverenigingen werd er vaker zwaar en overmatig alcohol gebruikt, was men vaker afhankelijk van alcohol en gebruikten studenten sneller 3-MMC dan studenten die geen lid zijn van een vereniging. Dat verschil is ook te zien tussen uitwonende studenten en thuiswonende studenten.

Studentenbesturen 

Studentenbesturen gaan over het algemeen makkelijker om met alcoholgebruik dan met drugsgebruik. Studentenbesturen geven aan dat ze niet willen dat er drugs gebruikt wordt binnen de vereniging, maar aan de andere kant maken ze zich daar wel zorgen over.

Neutrale informatie 

De onderwijsinstelling zou met neutrale informatie moeten komen over de effecten en risico’s van middelengebruik. De meeste studenten die betrokken zijn bij dit onderzoek zouden dat waarderen. Meerdere studenten gaven ook aan dat ze sneller informatie aannemen van leeftijdsgenoten dan van ouderen. De studenten zijn volgens de onderzoekers dan ook voor peer-to-peer education.

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk