Normal_open_universiteit_nederland_1

Het organiseren van constructieve tegenspraak in het hoger onderwijs om de kwaliteit van het bestuur en het onderwijs te verbeteren en te bewaken, blijkt moeilijker te zijn dan gedacht wordt. De eenzijdige nadruk op rendement en onder meer hiërarchische verschillen, belemmeren het voeren van een open discussie. Dit is een van de conclusies uit het promotieonderzoek van Frits Simon naar het beleidsvormingsproces bij een hoger onderwijsinstelling. Dat meldt de Open Universiteit.

Simon deed onderzoek naar de manier waarop beleid tot stand komt in een hbo-instelling. Dit deed hij aan de hand van een drietal projecten waarbij hij als adviseur van het College van Bestuur nauw betrokken was. De rode draad in het onderzoek is dat men in de praktijk grote moeite heeft om renderend onderwijs te realiseren. Praktisch een moeilijke klus en in moreel en onderwijskundig opzicht omstreden.

“We zijn het lang niet eens met de eenzijdige nadruk op rendement en zouden tijd willen nemen om daarover met elkaar van gedachten te wisselen. Maar als het daartoe komt, blijkt zo'n gesprek bijna niet te voeren omdat de prestatiedruk op een ieder afzonderlijk groot is. Bovendien maken de hiërarchische verschillen het lastig om over verschillen in inzicht te praten. Het organiseren van tegenspraak ten behoeve van de beleidsvorming, zoals minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker van Onderwijs voorstaan, is veel weerbarstiger dan men denkt”, pleit Simon.

De ontwikkeling en de uitvoering van beleid blijkt in de praktijk bovendien niet zo planmatig en lineair tot stand te komen als vaak wordt gesuggereerd. Beleidsontwikkeling en uitvoering zijn een 'spel' waar vele actoren voortdurend aan sleutelen. Zelfs het opstellen van zoiets als een eenvoudig evaluatierapport met aanbevelingen voor verder beleid blijkt onvoorspelbaar in zijn uitkomsten te zijn. Volgens Simon zou een oplossing zijn dat bestuurders en managers meer doen aan de alledaagse taken op de onderwijsvloer. 

© Nationale Onderwijsgids