Kinderen met een handicap vijf keer meer buitengesloten dan kinderen zonder

Kinderen met een handicap vormen een van de grootste groepen in de samenleving die buitengesloten worden. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van Stichting het Gehandicapte Kind. Vandaag, aan de start van de Week van het Gehandicapte Kind, treedt de stichting naar buiten met de belangrijkste resultaten uit het onderzoek. Deze vond plaats onder 700 kinderen met en zonder handicap in de leeftijd van 6 t/m 18 jaar. Zo geeft 22 procent van de kinderen met een handicap aan (heel) vaak of altijd buitengesloten te worden, versus een groep van 5 procent van de kinderen zonder handicap. Zelfs 4 op de 5 kinderen met een handicap geven aan überhaupt weleens buitengesloten te worden. Dat baart Stichting het Gehandicapte Kind grote zorgen. Dat Smith Communicatie.

Van jongs af aan buitengesloten worden heeft namelijk levenslang effect op onder andere het zelfvertrouwen. Dat bevestigt ook ontwikkelingspsycholoog en systeemtherapeut Steven Pont: "Buitensluiting in je jeugd zorgt ervoor dat je ook op volwassen leeftijd een hogere kans hebt op weinig zelfvertrouwen en een laag zelfbeeld." Een ander hartverscheurend resultaat is dat kinderen met een handicap hun leven drie keer vaker een onvoldoende geven. Het is daarom van cruciaal belang dat kinderen met een handicap meer kunnen deelnemen aan de samenleving én dat zij hoger op de sociale agenda komen te staan. Daarom start Stichting het Gehandicapte Kind een petitie met de oproep: de nieuwe regering moet het buitensluiten van kinderen met een handicap stoppen. 

Buitengesloten worden 

Onderzoeksbureau Kien, doet in opdracht van de stichting, jaarlijks onderzoek om te zien hoe kinderen met en zonder handicap hun dagelijkse leven ervaren en hoe zij hun toekomst zien. Dat kinderen met een handicap opvallend vaker worden buitengesloten dan kinderen zonder handicap, is de meest schrijnende conclusie uit het onderzoek.

Henk-Willem Laan, directeur-bestuurder van Stichting het Gehandicapte Kind, vertelt: “Een handicap beperkt een kind niet voor het leven. Buitengesloten worden doet dat wel. Het gevoel van buitengesloten worden leidt tot verdriet, eenzaamheid, angst, woede en een verminderd gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Dat gun je niemand, ook kinderen met een handicap niet. Wat mij betreft geven de resultaten uit het onderzoek duidelijk aan dat er meer gedaan moet worden om deze buitensluiting te voorkomen: meer begrip, betere toegankelijkheid en meer contactmomenten tussen kinderen met en zonder handicap zijn cruciaal. Een nieuwe regering kan hierin het voortouw nemen. Om die reden starten we vandaag de petitie en ik roep iedereen op om te tekenen!”

Afzonderen of pleasen 

Dat buitengesloten worden nu en op lange termijn gevolgen heeft, beaamt ook ontwikkelingspsycholoog en systeemtherapeut Steven Pont: “Onze hersenen registreren buitengesloten worden op dezelfde manier als fysieke pijn. Buitengesloten worden voelt als gestraft worden. Kinderen hebben een enorme hechtingsbehoefte en gehecht zijn is het tegenovergestelde van buitensluiting. Om te groeien heeft een kind voeding nodig. Als je er niet bij hoort en buitengesloten wordt, krijg je psychisch ‘niet genoeg te eten’. Dat heeft als gevolg dat je je gaat afzonderen of gaat pleasen. Beiden zijn copingstrategieën om met de pijn van buitensluiting om te gaan. Door je af te zonderen of te pleasen, waarbij je probeert te voorkomen afgewezen of niet aardig te worden gevonden, kun je je niet volwaardig ontwikkelen.”

Afspreken met vrienden 

Een andere conclusie uit het onderzoek is dat 3 op de 5 kinderen met een handicap graag (meer) vriendjes willen hebben (59 procent). Onder kinderen zonder handicap is dit 33 procent. De voornaamste reden dat kinderen met een handicap niet kunnen afspreken met vrienden is omdat zij niet in de buurt wonen, zo geeft 52 procent aan. Dit aangezien het speciaal onderwijs vaak ver van huis is. Bijna driekwart van de kinderen met een handicap zouden dan ook graag (meer) vrienden willen hebben die in de buurt wonen (73 procent).

Dit ervaart ook de 8-jarige Ira. Zijn moeder Marlinde vertelt: “Als ik met Ira langs de speeltuin bij ons om de hoek wandel, wil hij ook spelen. De frustratie is dan ook groot als het niet lukt. Hij heeft dan ook geen vriendjes in de buurt. Ira leert leven met zijn handicap, maar leren leven met buitengesloten worden kán niet. Een geschikte speeltuin is geen luxe. Spelen hoort bij ieder kind, maar als deze speelplekken er niet zijn, hoe maak je dan vriendjes? Daarom hebben wij als volwassenen én maatschappij de verantwoordelijkheid om de wereld toegankelijk te maken voor deze kinderen en ze het gevoel te geven dat ze erbij horen.”

Onvoldoende 

Ook is er gevraagd welk rapportcijfer beide doelgroepen hun leven op dit moment geven. Kinderen met een handicap geven hun leven gemiddeld een 7,2 en kinderen zonder handicap een 7,9. Dit lijken op het eerste oog cijfers die niet heel ver uit elkaar liggen, maar een schrijnende constatering is dat kinderen met een handicap hun leven ruim drie keer vaker een onvoldoende geven (12 procent versus 3 procent). Een van de redenen voor kinderen met een handicap om hun leven een onvoldoende te geven is omdat zij zich buitengesloten voelen en weinig vrienden hebben. Kinderen zonder handicap geven aan dat dit bijvoorbeeld komt doordat het niet goed gaat op school, ze last hebben van stress of niet genoeg geld hebben.

Speeltuinen aanpassen 

Kinderambassadeurs Art (11), Feline (13), Thomas (10) en Vesper (11) zetten zich landelijk in voor kinderen met een handicap in Nederland. “Ik vind het heel belangrijk dat kinderen met een handicap erbij horen en mee kunnen doen. In het speelkwartier spelen andere kinderen vaak niet met mij omdat zij mij niet begrijpen. Ik wil heel graag met andere kinderen spelen en blijf proberen contact te maken, want ik weet zeker dat het gaat lukken. Voor mij is het moeilijk om te spelen in de speeltuin omdat ik een looprek heb en de toestellen daar niet voor gemaakt zijn. Als ik een bouwvakker zou zijn, zou ik als eerste alle speeltuinen aanpassen zodat ook kinderen met een handicap kunnen spelen!” aldus Thomas.

Door: Nationale Onderwijsgids 
Beeld: Masja Stolk