Logo_duurzaam_hu

Op het College van Morgen van 10 oktober 2013 wisselden bestuurders, medewerkers en studenten die zich bezighouden met verduurzaming binnen het hoger onderwijs kennis uit. De bijeenkomst was georganiseerd door Morgen, het landelijk studentennetwerk voor een duurzame toekomst. Hogeschool Utrecht was host van de bijeenkomst. Morgen voelde de onderwijsinstellingen aan de tand over de vorderingen op het gebied van duurzaamheid. CvB-voorzitter Geri Bonhof: ‘Duurzaamheid moet van de marge naar de mainstream.’ 

De afgelopen jaren is er al veel gedaan aan verduurzaming binnen het hoger onderwijs. Maar de ene hogeronderwijsinstelling is verder dan de andere, en ook per opleiding is de situatie heel verschillend. Dat stelde Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen. Hij kon geen antwoord geven op de vraag van Morgen welke vorderingen op het gebied van een duurzaam curriculum het afgelopen jaar zijn gemaakt door de hogeronderwijsinstellingen: ‘Dat weten alleen de onderwijsinstellingen zelf, ze zijn wat dit betreft autonoom. De Vereniging van Hogescholen zet verduurzaming op de agenda, maar de concrete stappen doen hogescholen en universiteiten zelf.’

Duurzaam denken
Die concrete stappen betreffen het opleiden van professionals met competenties op het gebied van duurzaamheid en het onderzoek op het gebied van duurzaamheid. Maar ook de wijze waarop instellingen zélf duurzaam worden in hun bedrijfsvoering en zo een voorbeeld zijn voor studenten. ‘Het is nodig duurzaamheid verder te verankeren en te verdiepen. Het denken moet fundamenteel veranderen en dan heb je het over bildung. Het oordeel van studenten over duurzaamheid en hoger onderwijs werkt daarbij concurrerend tussen de hogeronderwijsinstellingen. De kennis over verduurzaming moet daarom transparant en uitwisselbaar zijn’, aldus De Graaf.

Jacqueline Cramer, directeur van het Utrecht Sustainabiliby Institute en oud-minister van Milieubeheer, benadrukte het belang van T-shaped learning, dat wil zeggen de samenwerking van specialisten en ‘overkoepelende types’. Die laatsten vormen het dak ofwel de horizontale poot van de T. Cramer: ‘Er zijn veel stand-alone innovaties, maar de veranderingen op keten- en systeemniveau zijn nog maar in het prille begin’.

Koolstofbubbel doorgeprikt
Morgen en Urgenda riepen de bestuurders op geen geld meer te stoppen in fossiele energiebedrijven via de pensioenen van medewerkers. Op uitnodiging van Marjan Minnesma (directeur van Urgenda) en Morgen prikten drie onderwijsinstellingen symbolisch de ‘koolstofbubbel’ in de vorm van oranje ballonnen door: Geri Bonhof (voorzitter CvB Hogeschool Utrecht), Bert van der Zwaan (voorzitter CvB Universiteit Utrecht) en Geert-Jan van Schijndel (duurzaamheidscoördinator HAS Hogeschool) . Eerder dit jaar deden CvB’s van de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit en Hogeschool Van Hall Larenstein hetzelfde.

De actie heeft als doel de volgende economische zeepbel door te prikken. Fossiele energiebedrijven zouden 4/5 van hun voorraden in de grond moeten laten zitten en die ook niet moeten opvoeren op hun balans. Aandelen in de fossiele energiebedrijven lijken waardevast, maar zijn het niet. Als je veilig en moreel verantwoord wilt beleggen kun je beter kiezen voor duurzame fondsen, aldus Urgenda en Morgen.

Deze Fossil Freebeweging is overgewaaid uit de VS, waar studenten van honderden hogeronderwijsinstellingen hun besturen hebben gevraagd af te zien van investeringen in fossiele energiebedrijven. Door de ballonnen door te prikken gaven de bestuurders aan open te staan voor het idee om met het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) in gesprek te gaan over de koolsstofzeepbel, hoewel zij aantekenden dat hun invloed beperkt is.

Drie goede voorbeelden
De drie duurzaamste hongeronderwijsinstellingen en winnaars van de SustainaBul 2013 van Morgen, hielden presentaties over verduurzaming. Sprekers waren Erlijn Eweg van Hogeschool Utrecht, Fennet van de Wetering van Wageningen Universiteit en Carlo Buise van Radboud Universiteit Nijmegen. ‘Het is belangrijk om goede voorbeelden te laten zien, hopelijk gaan andere hogescholen dan volgen’, zei Sybren Bosch, voorzitter van Studenten voor Morgen.

Erlijn Eweg, programmamanager Duurzaamheid van Hogeschool Utrecht: ‘Wij willen werken van informeel naar formeel. Het moet komen vanuit de werkvloer, daar zit de innovatiekracht. Duurzaamheid wordt te gemakkelijk bij iemand in de organisatie belegd, terwijl het voor de rest business as usual is.’

Geri Bonhof, voorzitter van het College van Bestuur van Hogeschool Utrecht: ‘Duurzaamheid moet van de marge naar de mainstream, net zoals dat eerder is gebeurd met emancipatie en met internationalisering. Maar we willen niet zeggen “gij zult”. We willen telkens de energie zoeken. Er moet al zo veel veranderen, dus je moet er de tijd voor nemen, anders overvraag je mensen.’

Radboud Universiteit Nijmegen is al twintig jaar bezig met duurzaamheid. Vooral wat betreft bedrijfsvoering is RU Nijmegen al behoorlijk ver; zo wordt in de hele instelling Fair Trade-koffie en -thee gedronken. De verduurzaming van onderwijs en onderzoek is echter veel moeilijker, want hoogleraren zijn autonoom, aldus Carlo Buise. Fennet van de Wetering van Wageningen Universiteit stelde dat al het onderzoek van Wageningen duurzaam te noemen is, maar de eigen bedrijfsvoering nog niet.

In juni 2014 kent studentennetwerk Morgen opnieuw de SustainaBul toe aan de meest duurzame hogeronderwijsinstellingen.
 

© Nationale Onderwijsgids